De Bodenloods was een van de eerste gebouwen in Deventers Havenkwartier die door Woonwerk werd getransformeerd voor langdurig nieuw gebruik. Inmiddels hebben er zich verschillende bedrijven gevestigd zoals een fotostudio, twee cafés op de koppen en in het hart het Theaterschip. Momenteel delen het café aan de zuidkant en het theater samen een foyer, maar dat gaat veranderen. Doordat het café uitbreid in de huidige foyer, is het Theaterschip toe aan een eigen nieuwe foyer.
Het voorgestelde volume wordt tegen de bestaande loods aan gepositioneerd ‘alsof er een vierendeelligger op de kade is gesmeten’. De eenvoudige aanbouw is transparant waardoor de achterliggende gevel zichtbaar zal blijven. De uitstekende module aan de noordkant zal in de toekomst met een kunstwerk ingevuld worden hetgeen de entree communiceert richting de omgeving.
De langwerpige foyer verbindt drie huidige entreedeuren van het gebouw. Dit zorgt ervoor dat de ruimten van het theater afzonderlijk van elkaar kunnen functioneren wat de programmatorische mogelijkheden sterk vergroot.
Als een Zwitsers zakmes vervult de foyer zo allerhande functies en verzekert een nog langere adem voor deze eens eenvoudige havenloods.
VAN VERKEERSKNOOPPUNT NAAR EEN CULTURELE STEPPING STONE INGEBED IN EEN GROENE OMGEVING
De huidige brandweerkazerne is een beeldbepalend gebouw aan het Brandweerplein in Londerzeel. De historie en de bestaansgeschiedenis speelt een belangrijke rol in de identiteit van de plek. De brandweerkazerne voldoet niet meer en verhuist in 2026 naar de nieuwe site langs de A12. De huidige kazerne komt dan vrij en krijgt een nieuwe duurzame invulling met de bibliotheek en andere voorzieningen. Daarnaast kan er een meer integrale aanpak voor de vrijetijdsdienst uitgewerkt worden. Gebleken is dat de bestemming, een cultureel en sociaal ankerpunt op deze plek interessante spin-off mogelijkheden genereert met betekenis voor Londerzeel.
Deze ambitie valt samen met de wens om op deze locatie een nieuw publiek knooppunt te maken, een verbinding tussen de te ontwikkelen binnengebieden in de omgeving. De site kan uitgroeien tot een culturele schakel in een netwerk van nieuwe publieke tuinen verbonden met een trage route die de doorwaadbaarheid van de omgeving verbetert. In de “Mastervisie Vrijetijdsite Londerzeel” (2021 BRUT) wordt een culturele ontmoetingsruimte voor jong en oud voor het dorp geprojecteerd. Met al deze ambities gecombineerd kan de gehele transformatie als de realisatie van een culturele steppingstone worden gezien die de bestaande en nieuwe cultuur-en zorgfuncties op en rond deze site met elkaar verbindt.
TRANSFORMATIESTRATEGIE
Het bestaande gebouw is maatwerk voor de huidige functie: het snel uitrukken van de brandweer. De locatie straalt efficiëntie, snelheid en alertheid uit. De brandweerkazerne is een vrijstaand gebouw, met volop architectonische kwaliteiten: de zuivere opzet, de markante toren, de detaillering en de in baksteen uitgevoerde plastiek bieden mogelijkheden voor een transformatie naar een uitnodigend publiek gebouw.
Voor de transformatie stelt WOONWERK architecten een aantal eenvoudige ingrepen voor die een impact hebben op het functionele, publieke en toegankelijk karakter dat nodig is voor de nieuwe functie. Naast het herinrichten en vergroenen van het voorplein wordt het gebouw voorzien van een uitnodigende entree en grote raampartijen die de relatie tussen binnen en buiten versterken. Centraal in het nieuwe interieur wordt een markante tribunetrap geplaatst. Dit wordt het herkenbare hart, een plek voor ontmoeting. Deze trap zorgt ook voor een directe verbinding tussen de bibliotheek en de publieke voorzieningen op de eerste verdieping. De inpassing van het programma voor de bibliotheek in het bestaande gebouw gebeurt met maximaal respect voor het bestaande. Er wordt steeds uitgegaan van de rationele structuur van het bestaande gebouw. Er worden slechts minimale ingrepen gedaan aan het interieur van het gebouw; Meubilair wordt nauwkeurig ingepast zodat het karkater en beeld van het bestaande behouden blijft. De nieuwe bibliotheek wordt straks een aangename hedendaagse publieke plek voor de inwoners van Londerzeel gecreëerd.
In opdracht van Woontrots zal Woonwerk Architecten In samenwerking met Dethier en Machiels Building Solutions bv instaan voor de vervangingsbouw van 33 sociale woningen in de tuinwijk. De combinatie van off-site geproduceerde houtskeletbouw met traditioneel gevelmetselwerk zorgt voor behoud van het karakter van de wijk. De bestaande woningen worden vervangen door duurzame, bio-based, enenergiezuinige E=0 woningen. Met deze Off-site aanpak zullen de bewoners reeds na enkele maanden kunnen terugkeren in een nieuwe woning.
De Acaciawijk bevindt zich in een relatief rustige, groene omgeving tussen de E40 en de Brusselse Ring in Sint-Stevens-Woluwe. Deze tuinwijk, opgetrokken tussen 1950 en 1972, wordt gekenmerkt door kronkelende straten met eenvoudige woningen, omringd door weelderig groen. De kenmerkende eigenschappen van de woningen, waaronder rode parementsteen, gebakken dakpannen, gedetailleerde gevels en gevelschilden, dragen bij aan de unieke uitstraling van de buurt.
Woontrots heeft opdracht gegeven om 33 woningen in deze wijk te renoveren tot duurzame, ecologische woningen. Bij voorkeur wilden ze dit realiseren door gebruik te maken van off-site building, om een snelle overgang van oud naar nieuw te bewerkstelligen. Het was ook van belang dat de bewoners tijdens de werkzaamheden in dezelfde wijk konden blijven wonen, met behulp van 4 transistiewoningen. Een ander belangrijk aspect voor Woontrots was het behoud van de karakteristieke eigenschappen van zowel de buurt als de woningen.
Het ontwerp van Woonwerk Architecten voldoet perfect aan deze voorwaarden. Voor de bouw van de nieuwe woningen is gekozen voor houtskeletbouw, een off-site bouwmethode waarbij de bouwelementen (gevels, wanden, vloeren en daken) op industriële wijze worden geprefabriceerd. De installatie van de wind- en waterdichte structuur op de bouwplaats duurt slechts 1 tot 2 dagen per woning. Houtskeletbouw is een ‘droge bouwmethode’, waarbij geen water of cement wordt gebruikt, waardoor vertraging door regen of vorst wordt voorkomen.
Houtskeletbouw is niet alleen snel en duurzaam, maar ook milieuvriendelijk. Er wordt gebruikgemaakt van volhout dat volledig biobased en composteerbaar is. Een houtskeletbouwwoning van Machiels Building Solutions heeft 80% minder CO2-uitstoot dan een traditioneel woonhuis. Door het gebruik van een lucht/waterwarmtepomp, fotovoltaïsche panelen en een boiler/warmtepomp hebben deze woningen een negatief energiepeil (E0).
Om het proces van houtskeletbouw te versnellen, is gekozen voor een zekere standaardisatie van de woningen. Zo zijn er 3 typen woningen ontworpen, voldoende om voor elke bestaande woning een passende vervanging te bieden zonder het productieproces te vertragen. Zodra het houtskelet off-site gereed is, wordt het op de juiste plek ingeschoven. Vervolgens wordt de gevel in dezelfde stijl als de bestaande huizen gebouwd om alle karakteristieke kenmerken te behouden. Met deze aanpak zullen bewoners na enkele maanden kunnen terugkeren naar een nieuwe woning.
Het is van groot belang dat de bewoners van wie de woning herbouwd wordt, in de buurt kunnen blijven van hun sociale omgeving en verbonden blijven met hun buurt. Daarom zullen de meeste bewoners worden opgevangen in leegstaande huizen in de Acaciawijk en worden er 4 overgangswoningen gebouwd om iedereen tijdelijk onderdak te bieden. Deze overgangswoningen moeten snel gebouwd kunnen worden, zodat ze zo spoedig mogelijk de mensen kunnen opvangen die tijdelijk zonder huis zitten. Deze woningen zullen worden opgetrokken met een modern modulair bouwsysteem, uiteraard op een duurzame en ecologische manier.
In het Noorderhaven ontwikkelgebied, nabij het station en het centrum van Zutphen, heeft van Veen Architecten een ontwerp voor een geclusterde woonvorm ontworpen. De hechte woongemeenschap, met 110 ouderenwoningen, ateliers en voorzieningen worden met elkaar verbonden door een door Loos van Vliet ontworpen grote binnentuin. Centraal in het collectieve groene binnen gebied is een paviljoen gesitueerd, dat multifunctioneel gebruikt gaat worden door de woongroep, maar tevens de begrenzing aan geeft van de parkeer en spoorzone.
De stedenbouwkundige opzet, een ensemble van verschillende bouwblokken, herbergt diverse woonvormen met ieder een eigen oriëntatie. De (zorg)woningen, in het hoekgebouw, worden ontsloten door een midden corridor en zijn gesitueerd aan de Statenbolwerk in het verlengde van de fietstunnel. De hoek, een accent in de wijk nabij de hoofdentree wordt gemarkeerd door een uitkragende kopgevel met daarop een geprojecteerd gedicht. In de plint is ruimte opgenomen voor de ondersteunende (zorg)voorzieningen. De woningen aan de hoofd zicht-as Noorderhavenstraat, oriënteren zicht met name door middel van een brede verblijfsgalerij naar de groene binnentuin. De galerijwoningen aan het Ettingerpark profiteren van beide groengebieden met een individueel balkon.
De gevels aan de buitenzijde van het ensemble voegen zich enerzijds naar de bakstenen materialisering van de andere ontwikkelingen in het Noorderhavengebied, maar verbijzonderen zich anderzijds door de toepassing van aards gekleurde betonelementen die opgenomen zijn in de verticaal gelede raampartijen. Voor de materialisatie aan de binnenzijde van de bouwblokken is gekozen voor een lichte houtvezel geprofileerde beplating, horizontaal geleed, die de natuurlijke aansluiting aan het groene binnen gebied opzoekt en de horizontale belijning van de galerijen versterkt.
SHM Goed Wonen Rupelstreek wil een hedendaags woonproject realiseren door de bestaande appartementen te vervangen door nieuwe hedendaagse comfortabele woningen. Ook maakt het huidige parkeerterrein onderdeel uit van het projectgebied. Door middel van de inpassing van nieuwe woningen wordt een woonomgeving gecreëerd met een eigen karakter ingebed in de omgeving. Identiteit, welbevinden, veiligheid en geborgenheid zijn dan de kernwaarden.
Gezien de specificiteiten van de locatie wordt ingezet op de kwaliteit van de eigen woon- en buitenruimte in combinatie met een optimale inpassing in de context en de specifieke situatie van het masterplan van Braem. Er dient gezocht te worden naar een hedendaagse invulling van de locatie die de individuele woonwensen intelligent koppelt aan collectieve maatschappelijke doelstellingen. Een nieuwe definitie van het weefsel van de wijk en een omslag in de visie op de betekenis van de openbare ruimte zijn belangrijke onderdelen van de strategie. Het actief gebruik van die openbare ruimte als een uitbreiding op de leefwereld van de bewoners en het stimuleren van wandelen en fietsen zijn vervat in het plan. Het project moet mooi aansluiten op de kwaliteiten in de omgeving, de gebouwen en het masterplan van Braem en duurzame hedendaagse woningen bieden die aansluiten op de wachtlijsten van de SHM. De beoogde openheid, licht en lucht in het masterplan van Braem zijn uniek. Die kwaliteiten bieden nog steeds een meerwaarde aan de woonomgeving. In ons plan willen we die kwaliteiten detecteren en opnieuw tot hun recht laten komen voor huidige en toekomstige bewoners. In het binnengebied is volop ruimte voor groen. Hier ligt ook de school en is een sportveldje ingepast.
In de omgeving bevinden zich naast grondgebonden woningen met 2 lagen (en een kap) ook de bijzondere appartementengebouwen van Braem en de toren langs de A12. Dat is ook het uitgangspunt van ons voorstel. In de huidige situatie wordt binnen de contouren van het studiegebied een groot deel van de open ruimte gebruikt voor parkeren waardoor veel verharding en gebrek aan bruikbare, kwalitatieve openbare buitenruimte ontstaat. De herinrichting van het terrein zal een grote kwaliteitsslag realiseren, zowel voor de huidige bewoners en buren als voor de openbare ruimte. Alle aspecten van de leefomgeving kunnen worden heroverwogen en eigentijdse ideeën over wonen en het publieke domein kunnen worden ingepast.
SHM Goed Wonen Rupelstreek wil een hedendaags woonproject realiseren door de bestaande appartementen te vervangen door nieuwe hedendaagse comfortabele woningen. Door middel van de inpassing van nieuwe woningen wordt een woonomgeving gecreëerd met een eigen karakter ingebed in de omgeving. Het nieuwe woonmilieu moet bijdragen aan de ontwikkeling van een kwalitatieve en actieve openbare ruimte. De positie van de locatie tussen bos en Rupel is uniek, het is omgeven door veel groen en prachtige natuur met de Rupel en Park en bos van Terhagen. De omgeving wordt gekenmerkt door steenfabrieken die historisch gezien een groot deel van het gebied uitmaakten. In het gebied bevinden zich momenteel 2 appartementsgebouwen van 7 verdiepingen hoog. De appartementen voldoen niet meer aan de hedendaagse comforteisen en er is reeds een beslissing genomen om deze te slopen. Dat is ook het uitgangspunt van ons voorstel. De grondgebonden woningen gelegen in ht studiegebied worden (vooralsnog) behouden. In de huidige situatie wordt binnen de contouren van het studiegebied het overgrote deel van de open ruimte wordt gebruikt voor parkeren waardoor veel verharding en gebrek aan bruikbare, kwalitatieve openbare buitenruimte ontstaat. De herinrichting van het terrein zal een grote kwaliteitsslag realiseren, zowel voor de huidige bewoners en buren als voor de openbare ruimte.
In ons voorstel worden 57 wooneenheden gerealiseerd opgedeeld in 2 woonvelden en er worden verschillende woningtypes voorzien. Er worden 9 grondgebonden eengezinswoningen met 3 slaapkamers en een tuin gerealiseerd. Deze woningen bevinden zich aan de oostkant van het gebied, gelegen tegen de achtertuinen van de buren. Op deze manier geven deze 2-laagse volumes mooi de overgang naar de omgeving vorm. De overige 48 woningen zijn appartementen met 1 of 2 slaapkamers.
Elke woning in ons voorstel heeft een dubbele oriëntatie en heeft een ruime leefruimte met een ruim terras. Appartementen op de begane grond en woningen hebben een achtertuin en een voortuin die de overgang naar het publieke domein vormgeeft. Alle terrassen van de appartementen kijken uit op het nieuwe openbaar groen of hebben zicht op de Rupel.
Het doel van het project is het realiseren van hoogwaardige woningen en comfortabele werkruimtes waarbij het welzijn van de bewoners en gebruikers voorop staat. Ten tweede wordt het gebouw zelf een duurzame en iconische toevoeging aan de skyline van Vilnius en het Urban Hill-concept van het CBD. En tot slot zal het project levendigheid toevoegen aan het stadsbeeld van het zakendistrict door publiek en commercieel programma te bieden op de begane grond en de andere publiek toegankelijke verdiepingen van het gebouw. De locatie in het hart van de zakenwijk van Vilnius is heel bijzonder. Het gebouw staat midden in een groot gebied dat momenteel een enorme transformatie ondergaat. Daarom toont ons project maximaal respect voor zijn omgeving (heden en toekomst) en wil het een eigentijdse, maar contextuele toevoeging aan de stad zijn. Subtiele transformaties of terugslagen in de west- en zuidgevel resulteren in een contextueel en intrigerend volume passend bij de schaal en maat van omliggende bebouwing. Waar de vorm van het gebouw verandert, bieden we aantrekkelijke tussenliggende niveaus met verschillende (publieke of collectieve) programma’s, die de stad niet alleen op straatniveau opladen, maar ook “actie” bieden op de bovenste verdiepingen van het gebouw.
De verschillende manipulaties aan de gebouwschil die het resultaat zijn van het gedetailleerde bestemmingsplan resulteren in ons voorstel voor de site: Vilnius’ Steps. Het is een gebouw uit één stuk en tegelijkertijd een “stapeling” van blokken met de grootte gerelateerd aan gebouwen in de omgeving. Het onderste deel heeft dezelfde hoogte als het naastgelegen parkeergebouw. Het kantoorgedeelte heeft dezelfde hoogte als het gebouw van Swedbank of het nieuwere gebouw aan de overkant. Tot slot is er een “kroon” op de top geplaatst die bijna 115 meter reikt. We stellen ons het gebouw voor in een lichte kleur maar met een materiaal dat genoeg textuur heeft met subtiele variaties, een mooie natuurstenen gevel die mooi zal verouderen en genoeg variatie in het materiaal zelf heeft. In het interieur van de lobby denken we dat groen marmer het gebouw de nodige uitstraling en klasse kan geven die het verdient op deze plek in de stad. Bij de opbouw en opbouw van de verdiepingen hebben we voldoende ruimte gereserveerd om op de daken een echte groentuin te maken, maar deze lijken niet hoger dan 65 meter. Op de begane grond reserveren wij ca. 10% van de oppervlakte van het terrein voor groen.
Ons voorstel geeft een nauwkeurig antwoord op de indeling van het programma in het programma van eisen. Maar uiteraard is het concept van het gebouw flexibel om veranderingen in de indeling tussen de verschillende functies op te kunnen vangen. Het oppervlak van de verdiepingen neemt iets af telkens wanneer een tegenslag de vorm van het gebouw verandert. De kantoorverdiepingen zijn iets groter om ruimte te reserveren voor de diensten rond de kern. De woonverdiepingen zijn iets smaller om voldoende licht in het interieur van de appartementen te laten, maar deze verdiepingen zijn ook geschikt om comfortabele kantoorruimtes te huisvesten.
VMSW organiseert een Design en Build procedure die moet leiden tot de realisatie van compacte appartementengebouwen die bestaan uit vier verschillende betaalbare appartementstypes die onderling geschakeld kunnen worden en samen één entiteit vormen. Het gebouw dient zich aan te kunnen passen aan een niet-vooraf bepaalde bestaande omgeving waardoor de nadruk dus ligt op flexibiliteit en rationaliteit. Voor iedereen bouwen is de boodschap, dus de appartementstypes moeten compact en prijsbewust ontworpen worden. Welke appartementstypes er worden gebruikt is vrij in te vullen zolang ieder type minstens één keer aan bod komt. De kracht van deze woningtypes zit in de eenvoud. De traveemaat is zorgvuldig bepaald zodat er op een vlotte manier een combinatie van verschillende types gemaakt kan worden aan de hand van een helder systeem. Afhankelijk van de oriëntatie en specifieke randvoorwaarden van de site kan de positie van de circulatiezone en ontsluiting zich aan de voor- of achterzijde van het gebouw bevinden. De aanwezigheid van de passerelle en haar positie zorgt voor de dynamiek in het beeld van het gebouw.
Alle types kunnen eenvoudig op elkaar gestapeld worden, al dan niet gespiegeld. Het spiegelen zorgt voor een dynamisch geheel waarbij er een samenspel gecreëerd wordt van een voorkant die plots een achterkant wordt en vice versa. De oriëntatie van de bovengelegen appartementen kan dus vrij bepaald worden om in te spelen op de omgeving en eventuele andere randvoorwaarden. De onderlinge variatie in schakelbaarheid resulteert in een ruime reeks mogelijke gevelbeelden. De combinatie van de verschillende types bepaalt de diepte van de gevel en waar de passerelle zich bevindt. Ook de positie van de traphal is vrij wat resulteert in een nieuwe collectieve circulatie. De gevel volgt deze verschuiving en zal te zien zijn in het gevelbeeld. De terrassen kunnen hierdoor ook in de voorgevel geplaatst worden wat voor een gevarieerd beeld zorgt.
De veelzijdige schakelbaarheid van de appartementen en de flexibiliteit van de inpassing van de circulatie in het systeem resulteren in vele mogelijke expressies van de gevel. Daarnaast is het ook mogelijk om perfect in te spelen op de oriëntatie van het kavel en de randvoorwaarden van de omgeving. Hierdoor kan het gebouw in verschillende scenario’s met een dubbele voorkant ingezet worden. Hoe de voorgevel zich verhoudt tot de achtergevel wordt bepaald door de specifieke omgeving en hoe het gebouw zich inpast.
In het Noorderhaven ontwikkelgebied, nabij het station en het centrum van Zutphen, heeft van Veen Architecten een ontwerp voor een geclusterde woonvorm ontworpen. De hechte woongemeenschap, met 110 ouderenwoningen, ateliers en voorzieningen worden met elkaar verbonden door een door Loos van Vliet ontworpen grote binnentuin. Centraal in het collectieve groene binnen gebied is een paviljoen gesitueerd, dat multifunctioneel gebruikt gaat worden door de woongroep, maar tevens de begrenzing aan geeft van de parkeer en spoorzone.
De stedenbouwkundige opzet, een ensemble van verschillende bouwblokken, herbergt diverse woonvormen met ieder een eigen oriëntatie. De (zorg)woningen, in het hoekgebouw, worden ontsloten door een midden corridor en zijn gesitueerd aan de Statenbolwerk in het verlengde van de fietstunnel. De hoek, een accent in de wijk nabij de hoofdentree wordt gemarkeerd door een uitkragende kopgevel met daarop een geprojecteerd gedicht. In de plint is ruimte opgenomen voor de ondersteunende (zorg)voorzieningen. De woningen aan de hoofd zicht-as Noorderhavenstraat, oriënteren zicht met name door middel van een brede verblijfsgalerij naar de groene binnentuin. De galerijwoningen aan het Ettingerpark profiteren van beide groengebieden met een individueel balkon.
De gevels aan de buitenzijde van het ensemble voegen zich enerzijds naar de bakstenen materialisering van de andere ontwikkelingen in het Noorderhavengebied, maar verbijzonderen zich anderzijds door de toepassing van aards gekleurde betonelementen die opgenomen zijn in de verticaal gelede raampartijen. Voor de materialisatie aan de binnenzijde van de bouwblokken is gekozen voor een lichte houtvezel geprofileerde beplating, horizontaal geleed, die de natuurlijke aansluiting aan het groene binnen gebied opzoekt en de horizontale belijning van de galerijen versterkt.
Het Natuurbelevingcentrum de Oostvaarders ligt aan de rand van de Oostvaardersplassen. Het gebied is één van de meest unieke natuurgebieden in Europa. Het gebouw is gerealiseerd op het ontmoetingspunt van landschappen met een verschillend karakter: land, water, bos en rietvelden. Aangezien het gebied steeds meer in trek komt bij natuurliefhebbers en de Oostvaardersplassen, als onderdeel van Nationaal Park Nieuw Land, de status Nationaal Park heeft gekregen, dient het Natuurbelevingcentrum uitgebreid te worden. Het huidige ontwerp van het gebouw is markant en iconisch, vandaar dat er gekozen is in het verlengde van de dijk de uitbreiding te realiseren.
De nieuwbouw is in dezelfde materialisering, namelijk zwart belatte houten uitstraling met verticale houten delen, ontworpen. Het huidige Natuurbelevingcentrum blijft dienen als hoofdentree. In de uitbreiding zijn twee groeps- en educatieruimten met uitzicht op de Oostvaardersplassen, een restaurant met keuken, leslokalen en een werkplaats voor Staatsbosbeheer ondergebracht. Op de verdieping worden kantoorfuncties toegevoegd voor de medewerkers. Landschapsbureau Nieuwe Gracht heeft het ontwerp gemaakt voor het buitenterrein van het Natuurbelevingcentrum waarbij in de gevel van de nieuwbouw een pergola met een lange zitbank is opgenomen.
De voormalige kazerneterreinen in Vught worden herontwikkeld tot de woonwijk Stadhouderspark. Drost + van Veen architecten ontwerpt hiervoor 79 woningen in verschillende typen. Harmonie met de vele aanwezige bomen op het terrein vormt het ontwerpuitgangspunt. Bijvoorbeeld door toepassing van de natuurlijke materialen hout, riet en lei steen.
Het terrein is opgedeeld in twee gebieden: Dorpsrand en Parkbos. Deelplan Dorpsrand krijgt een “eigentijds traditioneel” karakter met ingetogen vormgegeven, vrijstaande villa’s met een ruime tuin en 2-onder-1-kap woningen. De schuine rieten daken en ruime plattegronden verwijzen naar de bestaande luxe landhuizen in Vught.
In het deelplan Parkbos staan appartementengebouwen en 4-onder-1-kap woningen “tussen de bomen en de bladeren”. De begane grond van de woongebouwen is opgetild. Platte daken en witte, betonnen lijsten vormen een bijzonder contrast met het bos. Rieten gevels creëren eenheid met de woningen in de dorpsrand.
In het masterplan van West 8 slaat de nieuwe bibliotheek een brug tussen de stad en de Rijkswerf. Het bestaande gebouw, School 7, wordt in opdracht van De Ontwikkelingsmaatschappij Zeestad en de Woningstichting Den Helder herontwikkeld en daarnaast aanzienlijk uitgebreid. De bibliotheek fungeert met circa 4.000 bezoekers per week als aanjager van de publieksstroom tussen het winkelgebied en Willemsoord.
De oorspronkelijke situatie is het uitgangspunt geweest voor de (ver)nieuwbouw. De structuur van lokalen, gangen en toiletten is intact gelaten. Bestaande detaillering van de gangen, lokalen, zolders en binnenwanden wordt zo veel mogelijk behouden en gerestaureerd.Door de introductie van een nieuwe diagonale hoofdontsluiting door de voormalige lokalen heen krijgen de begane grond en de eerste verdieping op een bijzondere wijze een verbinding. De ‘perforatie’ van het bestaande gebouw brengt plaatselijk de bestaande kapconstructie en dakbeschot in het zicht. Deze perforatie speelt een centrale rol in het interieurontwerp.De nieuwbouw krijgt een herkenbare gevel, die de transformatie van school tot bibliotheek zal introduceren. De raampartijen gaan de boeken als het ware etaleren en tonen zo de functie van bibliotheek. De plintinvulling vindt door het open karakter aansluiting met de openbare route die van het centrum naar de voormalige rijkswerf leidt. De nieuwbouw gaat een dialoog aan met de School 7 zodat elkaar in kwaliteit gaan versterken.
Het Schuurblok gaat uit van maximale kwaliteit voor de eigen woning én voor de publieke ruimte. Het presenteert zich enerzijds als een blok in het hart van de nieuwe wijk waarvan de schaal is gerelateerd aan de schaal van de openbare ruimte en de nieuwe buurttuin. Anderzijds refereert het project zich aan de korrel van de individuele gezinswoningen in de wijk. Op deze manier wordt een beeld bekomen waarbij de uitstraling van het geheel en de expressie van individuele woning samen en evenwaardig tot uiting komen.
Enkele aanstaande veranderingen rondom de Mussensteeg vragen om een intelligent plan voor de duurzame doorontwikkeling van de Mussentuin. Sanering van de grond, de nood aan betaalbare woningen en toegang tot het onderzoekscentrum voor stedelijk groen maken een transformatie noodzakelijk. De informele groene sfeer die de kwaliteit van de huidige moestuin bepaalt, vormt de basis van het ontwerp voor de toekomst van deze on-stadse plek in het hartje van Brussel. Juist door te zoeken naar maximalisering van de invloedsfeer van de tuin vermijden we een verbrokkeling van de tuin. Alle andere elementen worden vormgegeven als ‘objecten in de tuin’.
Artist Ai Weiwei asked 17 architects to design a pavilion for the Jinhua Architecture Park along the Yiwu river. Restaurant 13 is build from steel, stone & bamboo as an interpretation of the Chinese dining culture. Three different speeds of ‘eating-out’ converge in a traditional watch-and-be-watched restaurant-typology; street food, eating at the table or laid-back lounging. Also in the detailing of the project traditional Chinese elements are appearing in a contemporary way.
Unilever heeft de margarine- en smeersel afdeling afgesplitst en deze bedrijfstak zal verder gaan als een onafhankelijk bedrijf genaamd Upfield. Door de splitsing van de bedrijven moeten ook de panden fysiek verdeeld en gesplitst worden om twee onafhankelijke bedrijven op een site te huisvesten.
De kantoorruimte voor Attic is gesitueerd op de zolderverdieping van het oudste fabriekspand dat aanwezig is op de site. Hierdoor heeft het pand historische kwaliteiten, om toch een hedendaags landschapskantoor te realiseren zijn de volgende ingrepen gedaan. Allereerst zijn er een aantal tussenwanden zonder architectonische waarde gesloopt. Hierdoor ontstaat een vrij indeelbare ruimte. Daarnaast worden de verschillende verdiepingen met elkaar verbonden door middel van een vide, er ontstaat een kantoorlandschap van vijf verdiepingen. Het dubbele houten zadeldak met kenmerkende spanten is nu zichtbaar vanaf verschillende verdiepingen. Door het plaatsen van verschillende meubelstukken krijgt het kantoorlandschap vorm. Iedere ruimte die ontstaat heeft zijn eigen karakter binnen dit grotere concept. Tot slot is een deel van het pannendak verwijderd en vervangen door glas. De nieuwe werkplekken zijn hierdoor voorzien van licht en hebben zicht op de rivier de Maas. Er is een eigentijds kantoor gecreëerd zonder dat het historische karakter van het pand verloren is gegaan.
In het Noorderhaven ontwikkelgebied, nabij het station en het centrum van Zutphen, heeft van Veen Architecten een ontwerp voor een geclusterde woonvorm ontworpen. De hechte woongemeenschap, met 110 ouderenwoningen, ateliers en voorzieningen worden met elkaar verbonden door een door Loos van Vliet ontworpen grote binnentuin. Centraal in het collectieve groene binnen gebied is een paviljoen gesitueerd, dat multifunctioneel gebruikt gaat worden door de woongroep, maar tevens de begrenzing aan geeft van de parkeer en spoorzone.
De stedenbouwkundige opzet, een ensemble van verschillende bouwblokken, herbergt diverse woonvormen met ieder een eigen oriëntatie. De (zorg)woningen, in het hoekgebouw, worden ontsloten door een midden corridor en zijn gesitueerd aan de Statenbolwerk in het verlengde van de fietstunnel. De hoek, een accent in de wijk nabij de hoofdentree wordt gemarkeerd door een uitkragende kopgevel met daarop een geprojecteerd gedicht. In de plint is ruimte opgenomen voor de ondersteunende (zorg)voorzieningen. De woningen aan de hoofd zicht-as Noorderhavenstraat, oriënteren zicht met name door middel van een brede verblijfsgalerij naar de groene binnentuin. De galerijwoningen aan het Ettingerpark profiteren van beide groengebieden met een individueel balkon.
De gevels aan de buitenzijde van het ensemble voegen zich enerzijds naar de bakstenen materialisering van de andere ontwikkelingen in het Noorderhavengebied, maar verbijzonderen zich anderzijds door de toepassing van aards gekleurde betonelementen die opgenomen zijn in de verticaal gelede raampartijen. Voor de materialisatie aan de binnenzijde van de bouwblokken is gekozen voor een lichte houtvezel geprofileerde beplating, horizontaal geleed, die de natuurlijke aansluiting aan het groene binnen gebied opzoekt en de horizontale belijning van de galerijen versterkt.
De Bodenloods was een van de eerste gebouwen in Deventers Havenkwartier die door Woonwerk werd getransformeerd voor langdurig nieuw gebruik. Inmiddels hebben er zich verschillende bedrijven gevestigd zoals een fotostudio, twee cafés op de koppen en in het hart het Theaterschip. Momenteel delen het café aan de zuidkant en het theater samen een foyer, maar dat gaat veranderen. Doordat het café uitbreid in de huidige foyer, is het Theaterschip toe aan een eigen nieuwe foyer.
Het voorgestelde volume wordt tegen de bestaande loods aan gepositioneerd ‘alsof er een vierendeelligger op de kade is gesmeten’. De eenvoudige aanbouw is transparant waardoor de achterliggende gevel zichtbaar zal blijven. De uitstekende module aan de noordkant zal in de toekomst met een kunstwerk ingevuld worden hetgeen de entree communiceert richting de omgeving.
De langwerpige foyer verbindt drie huidige entreedeuren van het gebouw. Dit zorgt ervoor dat de ruimten van het theater afzonderlijk van elkaar kunnen functioneren wat de programmatorische mogelijkheden sterk vergroot.
Als een Zwitsers zakmes vervult de foyer zo allerhande functies en verzekert een nog langere adem voor deze eens eenvoudige havenloods.
In het Noorderhaven ontwikkelgebied, nabij het station en het centrum van Zutphen, heeft van Veen Architecten een ontwerp voor een geclusterde woonvorm ontworpen. De hechte woongemeenschap, met 110 ouderenwoningen, ateliers en voorzieningen worden met elkaar verbonden door een door Loos van Vliet ontworpen grote binnentuin. Centraal in het collectieve groene binnen gebied is een paviljoen gesitueerd, dat multifunctioneel gebruikt gaat worden door de woongroep, maar tevens de begrenzing aan geeft van de parkeer en spoorzone.
De stedenbouwkundige opzet, een ensemble van verschillende bouwblokken, herbergt diverse woonvormen met ieder een eigen oriëntatie. De (zorg)woningen, in het hoekgebouw, worden ontsloten door een midden corridor en zijn gesitueerd aan de Statenbolwerk in het verlengde van de fietstunnel. De hoek, een accent in de wijk nabij de hoofdentree wordt gemarkeerd door een uitkragende kopgevel met daarop een geprojecteerd gedicht. In de plint is ruimte opgenomen voor de ondersteunende (zorg)voorzieningen. De woningen aan de hoofd zicht-as Noorderhavenstraat, oriënteren zicht met name door middel van een brede verblijfsgalerij naar de groene binnentuin. De galerijwoningen aan het Ettingerpark profiteren van beide groengebieden met een individueel balkon.
De gevels aan de buitenzijde van het ensemble voegen zich enerzijds naar de bakstenen materialisering van de andere ontwikkelingen in het Noorderhavengebied, maar verbijzonderen zich anderzijds door de toepassing van aards gekleurde betonelementen die opgenomen zijn in de verticaal gelede raampartijen. Voor de materialisatie aan de binnenzijde van de bouwblokken is gekozen voor een lichte houtvezel geprofileerde beplating, horizontaal geleed, die de natuurlijke aansluiting aan het groene binnen gebied opzoekt en de horizontale belijning van de galerijen versterkt.
In opdracht O|M|A Apeldoorn, ontwierp JDWA een bijzonder woongebouw voor het creatieve Havenkwartier in Deventer. Het Havenkwartier biedt plaats aan kunstenaars, ondernemers, eigenzinnige zelfbouwers en dat alles met een ruw industrieel randje. Het KOP gebouw signaleert het begin van het Havenkwartier vanuit de binnenstad en weerspiegelt dus hetgeen daar gebeurt: een levendig, stoer en eigenzinnig nieuw stadsdeel.
In het KOP gebouw komen betaalbare duurzame BENG woningen voor jonge uitstromers en vitale ouderen, het uitgangspunt was dan ook, het minimaliseren van kosten en tegelijk, het maximaliseren van woonkwaliteit en sociale interactie in en rondom het gebouw.
Het KOP gebouw is een samenstelling van drie bouwdelen:
De Koopman, een historische gebouwtje op de site dat maximaal behouden blijft en plek biedt voor collectieve functies zoals een dakterras en een wasserette. De uitwendige circulatie, die het gebouw zijn markante uitstraling geeft en voor de bewoners een plek is om te verblijven en elkaar te ontmoeten. Het intelligente, ‘straight forward’ bakstenen woonvolume dat kosten drukt en toch een veelvoud aan types weet te bieden.
Deze combinatie is KOP Havenkwartier.
In het centrum van de wijk Bosgeest te Voorschoten ligt het 70 e jaren Woonzorggebouw Foreschate omringd door een zorgvuldig ontworpen groen. Met betrekking tot de nieuwe eisen in de zorg is in samenspraak met de zorgpartij gekozen voor gedeeltelijk sloop/nieuwbouw en renovatie van het huidige complex.
De voormalige locatie van de vleugel waar nu wonen met zware zorg (dementie) is gesitueerd wordt vervangen door nieuwbouw. Op de begane grond komt het wijkcentrum met multifunctionele ruimtes waar o.a. een ontmoetingsruimte, een kapper en fysiotherapie en kantoren voor de zorgorganisatie Topaz worden ondergebracht. Op de verdiepingen bevinden zich de kleinschalig groepswonen, met 2 woonkamers per verdieping en aan weerzijden 8 zorgappartementen per groep voor bewoners met de indicatie zware dementie.
De bestaande vleugel met de zorgvuldige ontworpen gestaffelde zelfstandige woningen (aanleunwoningen) met individueel balkon worden gerenoveerd. De getrapte opbouw van de plattegronden en gevel zorgen voor een passende schaal in de wijk. Gekozen is de beide vleugels stedenbouwkundig als een ensemble te benaderen en eenheid te zoeken in de gevelmaterialisatie. Een lichte uitstraling passend in de wijk. De gevelopbouw is verder opgedeeld in een herkenbare opgetilde plint met grote markante luifel aan de entreezijde als een herkenbaar gebaar naar de wijk en een geleidelijke overgang van het voorterrein naar de centrale hal. De zorgappartementen op de verdiepingen zijn individueel herkenbaar in de gevel en verspringen t.o.v. van elkaar zodat de gevel een vriendelijke uitstraling vertoont. Ter plaatste van de woonkamers aan de binnenhofzijde zijn grote verblijfsbalkons gesitueerd. Verder zijn de plattegronden zo ontworpen dat de individuele zorgappartementen later geschakeld kunnen worden en er 2 kamerwoningen van kunnen worden gemaakt vertoont. Ter plaatste van de woonkamers aan de binnenhofzijde zijn grote verblijfsbalkons gesitueerd. Verder zijn de plattegronden zo ontworpen dat de individuele zorgappartementen later geschakeld kunnen worden en er 2 kamerwoningen van kunnen worden gemaakt.
Het uitgangspunt voor de ontwikkeling van de Ter Heidelaan is de combinatie van een duidelijk en krachtige nieuwe openbare ruimte met compacte duurzame woningen. In dit nieuwe systeem is een hiërarchie voorzien van verschillende typologieën buitenruimte. De nieuwe dreef is de ruggengraat van het plan, een verbindingselement tussen de Liersesteenweg en de voetweg aan de oostkant. De rijweg ligt asymmetrisch zodat er aan één kant een brede groene ruimte ontstaat. Hier is ruimte voor water, bomen en groen. Aan de noordkant worden 2 hofjes gekoppeld aan de dreef. Rondom de hofjes zijn appartementen en grondgebonden woningen gegroepeerd. Tussen de dreef en het hofje is een compact appartementengebouw gesitueerd. Om de relatie tussen de verschillende onderdelen (hof en dreef) in het openbaar domein te versterken, is een deel van het appartementengebouw aan de dreef opgetild. Zo ontstaat een visuele relatie tussen de publieke dreef en het ietwat intiemere hof. Tegelijkertijd wordt een overdekte buitenruimte gecreëerd waar de entree van de appartementen gesitueerd is, dit is tevens een plek voor ontmoeting. Er is nood aan nieuwe, kleinere sociale woningen in Aarschot. In de eerste en tweede fase worden ca. 80 betaalbare woningen voorzien in verschillende types zodat een gedifferentieerde wijk ontstaat met veel aandacht voor buitenruimte en de relatie tussen de woning en de buitenruimte.
Op het terrein van de huidige Wendhorst wordt in een innovatief zorgconcept een nieuw thuis gerealiseerd voor cliënten van Viattence. Daarnaast wordt de nieuwe buurt compleet gemaakt met de ontwikkeling van koopwoningen. Met dit nieuwbouwplan verdwijnt het grote regionale “verpleeghuisinstituut” Wendhorst en komt er een open buurt waarbij de bewoners van de Viattence huizen onderdeel van het dagelijks leven in de directe omgeving zijn. Dit sluit aan bij de visie van Viattence, namelijk zorg en ondersteuning bieden in de verschillende dorpskernen en dus zo dicht mogelijk bij de mensen thuis
2016De locatie wordt getransformeerd naar een nieuwe buurt met koopwoningen, een centraal gelegen dierenweide en 12 ‘woonhuizen’ voor in totaal 96 bewoners met een zware zorgvraag. De zorgwoningen zijn gelegen aan de voorzijde van het terrein, grenzend aan de vijver en de Haneweg. Elk woonhuis biedt ruimte voor 8 bewoners. De ‘woonhuizen’ worden gebouwd in de vorm van een hofje en staan met elkaar in verbinding door een prachtige tuin, waarvan bewoners van Viattence vrij gebruik kunnen maken. In de nieuwbouw aan de Eperweg gaan de bewoners boven slapen en beneden wonen, net zoals thuis.
Unilever heeft de margarine- en smeersel afdeling afgesplitst en deze bedrijfstak zal verder gaan als een onafhankelijk bedrijf genaamd Upfield. Door de splitsing van de bedrijven moeten ook de panden fysiek verdeeld en gesplitst worden om twee onafhankelijke bedrijven op een site te huisvesten.
De kantoorruimte voor Attic is gesitueerd op de zolderverdieping van het oudste fabriekspand dat aanwezig is op de site. Hierdoor heeft het pand historische kwaliteiten, om toch een hedendaags landschapskantoor te realiseren zijn de volgende ingrepen gedaan. Allereerst zijn er een aantal tussenwanden zonder architectonische waarde gesloopt. Hierdoor ontstaat een vrij indeelbare ruimte. Daarnaast worden de verschillende verdiepingen met elkaar verbonden door middel van een vide, er ontstaat een kantoorlandschap van vijf verdiepingen. Het dubbele houten zadeldak met kenmerkende spanten is nu zichtbaar vanaf verschillende verdiepingen. Door het plaatsen van verschillende meubelstukken krijgt het kantoorlandschap vorm. Iedere ruimte die ontstaat heeft zijn eigen karakter binnen dit grotere concept. Tot slot is een deel van het pannendak verwijderd en vervangen door glas. De nieuwe werkplekken zijn hierdoor voorzien van licht en hebben zicht op de rivier de Maas. Er is een eigentijds kantoor gecreëerd zonder dat het historische karakter van het pand verloren is gegaan.
Om de Hamershof te doen opleven worden niet alleen de woningen en het winkelcentrum aangepakt, ook de openbare ruimte is een belangrijk onderdeel van de transformaite. De huidige uitstraling van het openbaar gebied in de Hamershof is rommelig en gedateerd. De nieuwe openbare ruimte moet bijdragen aan het hernieuwde beeld van een prettig, hedendaags en comfortabel winkelcentrum waar iedereen welkom is. Om dit te bereiken wordt bestrating volledig vervangen door 1 nieuwe vloer die zorgt voor samenhang, herkenbaarheid en eenheid. Alle kleine en verspreide meubelstukken worden vervangen door minder maar grotere multifunctionele meubels. Hier worden zitelementen, ruimte voor groen, fietsenstalling gecombineerd in 1 groot en mooi object. Verder wordt de beleving van het water in het centrum volledig anders in de nieuwe situatie. Het water wordt smaller dan in de huidige situatie, maar het wordt wel echt beleefbaar door het omhoog te brengen, aanraakbaar en oversteekbaar te maken. Op deze manier wordt de Kooikersgracht een bestemming in plaats van een obstakel in het plan. Het nieuwe openbaar gebied zal ook zorgen voor de integratie van het nieuwe Huis van Leusden in het (winkel)centrum van de gemeente.
In het centrum van Serskamp is er na sloop van een aantal oude panden ruimte voor de ontwikkeling van een nieuw woningbouwproject. Het diepe kavel biedt de mogelijkheid om in de luwte 5 eengezinswoningen te realiseren naast de appartementen aan de Anker. De appartementen zijn zo ontworpen dat deze allemaal gericht zijn op het centrum en op het nieuwe binnenhof. Dit nieuwe hof vervolledigt ook een secundair netwerk van paden en doorsteken in het centrum van Serskamp. Door deze nieuwe ontwikkeling is eer ruimte voor starters, senioren en gezinnen in het hart van de gemeenschap.
In opdracht van Volker Wessels Vastgoed zijn in Westergouwe, te Gouda 59 levensloopbestendige seniorenwoningen en voorzieningen in diverse typen gerealiseerd. Het zogenaamde Boerderijkavel maakt onderdeel uit van het beeldkwaliteitsplan WesterGouwe – II van Kuyper Compagnons. Het kavel is gesitueerd in de noordwestelijke hoek en is direct verbonden met de ringdijk en de Provincialeweg, aan de andere zijden wordt het omzoomt door een watergang.Op het boerderijkavel worden twee gebouwen gerealiseerd: een zorggebouw en een woongebouw. Beide alzijdig vormgegeven gebouwen oriënteren zich nadrukkelijk op de centrale groene ruimte waar de hoofdentree’s zich bevinden.
Het zorggebouw kenmerkt zich door een heldere en eenvoudige opzet van 3 geschakelde bouwvolumes. Om de schakeling te verhelderen is elk pakhuisvolume uitgevoerd met een flauw hellende zadeldaken en een eigen kleur metselwerk, gezamenlijk vormen zij wel een familie. Deze wordt versterkt door de individuele gevels een verticale geleding te geven met verdiepingshoge puien.
De woningtypen, 2 en 3 kamerwoningen zijn aan een brede midden gang ontsloten en hebben ieder een loggia of een terras op de begane grond. Een van de gebouwen biedt zorg op maat, geleverd door een gecontracteerde zorgorganisatie. Op de begane grond zijn de gemeenschappelijke ruimtes aan het water gesitueerd waar het ontmoeten en samen activiteiten doen centraal staat.
Levendig in de straat is een project in Heist-op-den-Berg waarbij een perceel aan de Werftstesteenweg, op steenworp van het treinstation, zal worden ontwikkelt tot een meergezinswoning.
De vraag van de bouwheer is om een woning voor ondersteunend wonen met 12 slaapkamers en gemeenschappelijke ruimten, te combineren met een aantal individuelen appartementen. De twee onderdelen moeten kunnen functioneren als volledig op zichzelf staande entiteiten met een eigen inkom en aparte circulatie. Het ondersteunend wonen krijgt een gemeenschappelijke tuin en de individuele appartementen zullen van terrassen voorzien worden.
Iedere bouwlaag kent een specifieke functie die tot uitdrukking komt in de architectuur van de gevel. Het gelijkvloers beslaat de dynamische gedeelde leefruimtes van de woning voor ondersteunend wonen. Deze staan in open relatie met de straat en de tuin en vormen een levendige plint in de straat.
Dit project in het centrum van Herentals behelst een handelspand op het gelijkvloers met vijf appartementen erboven. Met zijn buur vormt het gebouw een uitzondering in de straat. Het zijn twee moderne gevels in een straatgevel die gekenmerkt wordt door een architectuur uit de jaren 1960.
De structuur van het gebouw komt letterlijk tot uitdrukking in de gevel. De winkelvitrine op het gelijkvloers komt tot zijn recht doordat de inkomdeur van de appartementen in de gevelbekleding is opgenomen. De straatgevel met grote schuiframen maakt optimaal gebruik van het relatief beperkte geveloppervlak, zodat elk appartement van overvloedig zonlicht geniet. Met het openen van deze schuifdeuren ontstaat bij elk appartement een extra ‘buitenterras’ aan de straatgevel.
De gebouwstructuur is zo opgebouwd dat deze vrij indeelbaar is. Met uitzondering van de scheidingsmuren en de wanden rond de trap- en liftkern, is het mogelijk om alle wanden volledig te verwijderen. Hierdoor zijn de verschillende verdiepingen vrij indeelbaar en is het mogelijk om het pand in de toekomst om te vormen tot bijvoorbeeld een kantoorgebouw met een volledige open indeling. Het geheel krijgt voldoende massa door de overdreven articulatie van de wanden en vloeren in de gevel.
De tweede uitbreiding is opgebouwd uit staal en glas, net zoals de vorige uitbreiding. Hierdoor sluit het nieuwe gedeelte perfect aan op de bestaande situatie. Het nieuwe gedeelte bevat een extra vergaderruimte en twee kantoren. Deze ruimtes zijn fysiek maar niet visueel van elkaar gescheiden. Het sleutelelement in het hele ontwerp (zowel bij de 1e uitbreiding als bij de 2e) is het meubilair in kersenhout. De op maat gemaakte elementen zorgen voor voldoende opslagruimte en scheiding van de ruimtes. Het meubel werkt als één grote machine die de ruimte opdeelt.
Het project bestaat uit 4 tijdelijke werkplaatsruimten voor de internationale luchthaven van Brussel, in de inkomhal van het verkeerstorengebouw dat in 2005 werd voltooid. De kern van de hal wordt omringd door de cafetaria en het auditorium. JDWA is gevraagd om de leegte tussen de bestaande elementen op te lossen: de oranje zithoeken, en te proberen een sterke dialoog met hen en het royale daklicht te creëren. Om in te spelen op tijdelijke behoeften, snelle installatie en demontage, zijn de paviljoens van hout. Het belangrijkste concept is om te spelen met het natuurlijke licht. Het licht komt de paviljoenen binnen via het glazen dak en wordt vervolgens gefilterd door de houten structuur. Op deze manier is het mogelijk om alles eromheen te zien en te genieten van het natuurlijke licht. Als marketingstrategie is rekening gehouden met de huisstijl en zijn de huisstijlkleuren verwerkt in het ontwerp (expowanden). Het interieur is ontworpen als een flexibele ruimte waar medewerkers de ruimte hebben om samen te creëren, op het glas te schrijven en te ontspannen op de bank. Aan de achterkant van alle paviljoens behalve één, is een informele vergaderruimte geïntegreerd. In de andere is de ruimte gewijd aan een pantry. Elk paviljoen is 18 m2 geschikt voor 10 personen.
Het Uitvoeringskantoor Oostvaardersplassen is gelegen naast het Buitencentrum op het terrein van Staatsbosbeheer aan de rand van het natuurgebied Oostvaardersplassen. De twee bestaande gebouwen die dienst deden als respectievelijk opslag- en kantoorruimte waren aan vervanging toe omdat ze niet meer voldeden aan de huidige gebruikseisen. Staatsbosbeheer vroeg om het ontwerp voor één gebouw, bestaande uit een kantoor– en schuurgedeelte dat tevens ruimte moest bieden aan diverse functies.
Het ontwerp van het nieuwe uitvoeringskantoor is gebaseerd op het principe van een traditionele kop-hals-romp boerderij. Dit is eigentijds vertaald naar een duurzaam multifunctioneel gebouw met een ingetogen én aansprekende uitstraling.
Het gebouw bestaat uit drie functionele delen: kantoor – facilitair – schuur. Deze vormen samen het totale volume. Elke onderdeel is herkenbaar door een eigen dakvorm, goothoogte, nokhoogte en gevelafwerking. Door de verspringende daken en de oplopende nokhoogte in de richting van het bezoekerscentrum krijgt het gebouw een dynamisch karakter. Per onderdeel kent de gevelopzet een eigen indeling. Het kantoorgedeelte heeft een smalle, verticale, fijn geschaafde beplanking. Het facilitaire deel: geschaafde planken opgedeeld in vierkante vlakken. De schuur: grove, ongeschaafde horizontale beplanking.
Het kantoorgedeelte aan de kop van het gebouw heeft deels een publieksfunctie. De vergaderruimtes op de bovenverdieping kunnen daarbij onafhankelijk functioneren van de kantoorfuncties op de begane grond. Het grote geveloppervlak voorziet alle werkplekken en vergaderruimtes optimaal van daglicht en vrij zicht op het Buitencentrum Oostvaardersplassen. Het afwerkingsniveau van het interieur in het kantoorgedeelte is representatief. Het facilitaire deel, met onder meer een forensisch sectielab t.b.v. onderzoek naar dode fauna, werkplaats, toiletten en kleedruimtes zijn utilitair uitgevoerd. De schuur is minimaal afgewerkt. Om te zorgen voor een maximale duurzaamheid is het gebouw uitgevoerd in hout dat afkomstig is uit de eigen Staatsbosbeheer bossen in de direct omgeving.
Het Becelhuis maakt deel uit van het karakteristieke fabriekscomplex op het voormalige Unilever-terrein gelegen aan de zuidoever van de Maas in Rotterdam. In 2017 splitste de margarine- en smeersel afdeling zich af van Unilever en werd een onafhankelijk wereldwijd bedrijf genaamd Upfield.
Het programma van eisen voor het Becelhuis bestond uit een kantoorprogramma voor de Research en Development afdeling met flexibele werkplekken, een professionele keuken met proeverij en (informele) vergaderruimten als onderdeel van een hedendaagse agile werkomgeving. Om ruimte te maken voor het nieuwe interieur zijn twee verdiepingen van het gebouw leeggemaakt. Beide verdiepingen zijn met elkaar verbonden door een vide met verbindende multifunctionele trap. De vergaderruimten zijn geïntegreerd in een multifunctioneel houten meubelstuk dat zich over de volledige lengte van de beide kantoorverdiepingen uitstrekt. Om het ruimtegebruik verder te optimaliseren, zijn in de wanden van de vergaderzalen tevens de telefooncellen, repro-ruimtes productdisplays en ruimte voor technische installaties geplaatst. Duurzaamheid was een belangrijk uitgangspunt tijdens het ontwerpproces. Door intensief hergebruik van het bestaande casco, is het gebruik van het gebouw geoptimaliseerd en bruikbaar gemaakt als nieuwe kantoorruimte.
De SHM Sociaal Wonen arro Leuven wilde 12 woningen ontwikkelen binnen een verkaveling die op dit moment reeds deels is uitgevoerd. Er zijn in het verkavelingsplan 2 zones voor sociaal wonen gereserveerd. Het plan bestaat voor het grootste gedeelte uit een traditionele opbouw met eengezinswoningen met voortuin en achtertuin.
Voor de zones voor sociaal wonen is dit enigszins anders. De eerste zone S1 is ontworpen als een “hofje” of “steegje”. Vijf individuele woningen worden georganiseerd rondom een compacte publieke ruimte. De woningen zijn relatief breed en ondiep en gericht op het steegje in plaats van de Herseltsesteenweg.
De tweede zone S2 is een zone voor een compact appartementengebouw. Hier worden 7 appartementen gerealiseerd. Het parkeren voor auto en fietsen wordt op het kavel collectief opgelost. Het kavel grenst voornamelijk aan achterkanten of zijkanten van bestaande of nieuwe woningen met aan de westkant een school. De context vraagt om een eigenzinnig gebouw om de ontwikkeling met het nodige respect voor de buren te kunnen realiseren.
In de jaren tachting is de wijk de Bosschen ontwikkeld. Een goede verbinding met de Parkwijk en het stadspark aan de overkant van de Steenweg op Tielen werd echter niet gerealiseerd. De ontwikkeling van het kavel tussen de wijk en de steenweg bood de kans om deze verbinding wel goed vorm te geven. De zorgvuldige inpassing van circa 50 nieuwe woningen rondom een nieuwe groene buitenruimte en de nieuwe verbinding zijn de uitgangspunten van dit plan. Het programma bestaat uit grondgebonden woningen in verschillende types, groepswoningen voor mensen met een beperking en de nieuwe verbinding met het stadspark. De ontwikkeling van de site is zo een uitgelezen kans om een integratie van twee woonbuurten vorm te geven. Wanneer deze verbinding is gemaakt, ligt ook het ruime stadspark binnen het bereik voor de huidige en nieuwe bewoners.
In het masterplan van West 8 slaat de nieuwe bibliotheek een brug tussen de stad en de Rijkswerf. Het bestaande gebouw, School 7, wordt in opdracht van De Ontwikkelingsmaatschappij Zeestad en de Woningstichting Den Helder herontwikkeld en daarnaast aanzienlijk uitgebreid. De bibliotheek fungeert met circa 4.000 bezoekers per week als aanjager van de publieksstroom tussen het winkelgebied en Willemsoord.
De oorspronkelijke situatie is het uitgangspunt geweest voor de (ver)nieuwbouw. De structuur van lokalen, gangen en toiletten is intact gelaten. Bestaande detaillering van de gangen, lokalen, zolders en binnenwanden wordt zo veel mogelijk behouden en gerestaureerd.Door de introductie van een nieuwe diagonale hoofdontsluiting door de voormalige lokalen heen krijgen de begane grond en de eerste verdieping op een bijzondere wijze een verbinding. De ‘perforatie’ van het bestaande gebouw brengt plaatselijk de bestaande kapconstructie en dakbeschot in het zicht. Deze perforatie speelt een centrale rol in het interieurontwerp.De nieuwbouw krijgt een herkenbare gevel, die de transformatie van school tot bibliotheek zal introduceren. De raampartijen gaan de boeken als het ware etaleren en tonen zo de functie van bibliotheek. De plintinvulling vindt door het open karakter aansluiting met de openbare route die van het centrum naar de voormalige rijkswerf leidt. De nieuwbouw gaat een dialoog aan met de School 7 zodat elkaar in kwaliteit gaan versterken.
Twee woongroepen voor 8 bewoners met een beperking en 4 assistentiewoningen passen zich in in het nieuwe masterplan voor de wijk De Bosschen. Den Leeuweric is een compact en efficiënt woongebouw waar de individuele bewoner voorop staat. Het materiaalgebruik en de vorm van het gebouw sluit perfect aan op de compacte woongebouwen in de omliggende wijk. Zo koppelt het ontwerp van Den Leeuweric het begrip ‘zorg in de wijk’ aan een ‘gezellige thuis’ voor haar bewoners.
In een prachtig park aan de voet van de duinen in Heemstede wordt een woonzorg centrum voor ouderen gerealiseerd. In een prijsvraag werd het ontwerp van Drost en van Veen architecten gekozen. De begroeide heuvels in de omgeving en de belevingswereld van ouderen zijn de thema’s voor het ontwerp. Om het gebouw minder massief te maken is het gefragmenteerd in drie losstaande massa’s.
Op de begane grond bevinden zich de zorgvoorzieningen, op de eerste verdieping het kleinschalig groepswonen en daarboven bevinden zich de zelfstandige appartementen. Om het gebouw een lichte uitdrukking te geven, heeft het gebouw een witte tint gekregen. Samen met de schegvormige plattegronden en de gelaagde gevels geeft deze kleur het gebouw een vriendelijk karakter. Met zijn ronde hoeken en welvingen heeft het gebouw een comfortabele uitstraling, met een allure die Heemstede waardig is.
Het gebouw situeert zich op de hoek Augustijnenlaan en de Sint-Jobstraat in het centrum van Herentals. Het totale bouwproject omvat 3 kantoren, een ondergrondse parking en 7 ruime appartementen. Door het gebruik van duurzame materialen met een warme uitstraling, geven we het gebouw een gevoel van geborgenheid. Elk appartement heeft een dakterras waar je kan genieten van het zicht op het centrum of de tuin.
De vergaderruimten, de refter, het grote bureel en het bureel van de zaakvoerder zijn vormgegeven door glazen wanden. Deze zorgen, naast de transparantie, met hun slanke stalen kaders voor een fijne ritmiek.
Het organisatorisch idee achter het kantoor ontwerp begint met het feit dat het kantoor zich uitstrekt over twee verdiepingen; het gelijkvloers en de kelder. De wens voor transparantie en eenheid in de organisatie wordt vertaald in de fysieke ruimte van het kantoor door de overgang tussen beide verdiepingen vorm te geven met een verticaal centraal eikenhouten volume dat de verbinding legt tussen beide verdiepingen. Dit centraal volume wordt doorheen het hele gebouw ervaren en vormt het hart van het kantoor waar rond de open ruimtes vloeien.
Aan de achtergevel zorgt een verzonken patio voor voldoende daglicht in de kelder. De witte muren, tavertin tegels en het water van de vijver zorgen voor reflectie van het zonlicht naar de binnenruimte.
Enkele aanstaande veranderingen rondom de Mussensteeg vragen om een intelligent plan voor de duurzame doorontwikkeling van de Mussentuin. Sanering van de grond, de nood aan betaalbare woningen en toegang tot het onderzoekscentrum voor stedelijk groen maken een transformatie noodzakelijk. De informele groene sfeer die de kwaliteit van de huidige moestuin bepaalt, vormt de basis van het ontwerp voor de toekomst van deze on-stadse plek in het hartje van Brussel. Juist door te zoeken naar maximalisering van de invloedsfeer van de tuin vermijden we een verbrokkeling van de tuin. Alle andere elementen worden vormgegeven als ‘objecten in de tuin’.
Volgens het stedenbouwkundig plan Noorderhaven van KCAP wordt een voormalig industrieterrein achter het station in Zutphen ontwikkeld tot een hoogwaardig, divers en levendig centrumstedelijk milieu om in te wonen, werken en te verblijven. De in te passen panden aan de historische havenstraat en de nieuwe Noorderhavenstraat vormen de aanzet voor de verdere uitwerking in een industriële pakhuisachtige opzet. Van Veen Architecten ontwerpt hiervoor twee appartementenblokken met 38 ouderen woningen, een gemeenschapshuis als collectieve huiskamer, 13 grondgebonden eengezinswoningen en overdekte parkeerclusters. Het geheel krijgt een omsloten karakter met een collectief groen binnengebied. Het Hof van Zutphen wordt ontwikkeld in collectief opdrachtgeverschap. Het ontwerpproces is een gezamenlijk proces met de toekomstige bewoners.
De appartementenblokken zijn op de koppen gesitueerd. Aan de Stationloper heeft het een commerciële plint op de begane grond met 4 lagen. Daarboven zijn in totaal 16 woningen die door een breed dek en privé terrassen aan de binnenzijde van het blok worden ontsloten. Het appartementenblok aan Statenbolwerk is 5 lagen met circa 25 woningen. Dit blok heeft eveneens een breed dek en privé terrassen aan de woningen ten gunste van de oriëntatie en het contact met het binnengebied.
De uitbreiding bevindt zich op de plaats van de voormalige binnenplaats. Een deel van die binnenplaats blijft behouden en zorgt zo voor de verbinding tussen het nieuwe en het bestaande deel. De interventie zorgt niet enkel voor een uitbreiding van plaats maar ook voor een samenhangend geheel.
Het nieuwe gedeelte is een smal volume van 3m50 hoog, opgebouwd uit staal en glas. Het volume is licht verheven van de grond en schuift als het ware uit het bestaande volume. Het oogt licht en bezit een grote transparantie naar zowel het bestaande gebouw als naar de buitenruimte.
De vergaderruimte van 21m² en het kantoor van 18m² zijn fysiek maar niet visueel van elkaar gescheiden. Het sleutelelement in dit ontwerp is het meubilair in kersenhout. Het op maat gemaakte element zorgt voor voldoende opslagruimte voor onder andere verwarmingselementen, printers, papiermanden en zelfs een koffiemachine. Het meubel werkt als één grote machine die de ruimte opdeelt.
De Allee is een onderdeel van de gewilde nieuwe wijk Parkzestienhoven in Rotterdam. De woningen zijn op maat ontwikkeld samen met de toenmalig toekomstige kopers. Deze vraaggestuurde werkwijze heeft geresulteerd in een snelle verkoop waarbij in totaal 50 individuele woonwensen zijn gerealiseerd in 50 persoonlijke laanvilla’s binnen 1 architectonisch ensemble. De statige en markante invulling aan de Van der Waalslaan past binnen het door de gemeente vastgestelde hoogwaardige ambitieniveau van deze omgeving. Het project ‘De Allee’ is gerealisserd in twee fases: Fase 1: 23 woningen en fase 2: 27 woningen.
Het Schuurblok gaat uit van maximale kwaliteit voor de eigen woning én voor de publieke ruimte. Het presenteert zich enerzijds als een blok in het hart van de nieuwe wijk waarvan de schaal is gerelateerd aan de schaal van de openbare ruimte en de nieuwe buurttuin. Anderzijds refereert het project zich aan de korrel van de individuele gezinswoningen in de wijk. Op deze manier wordt een beeld bekomen waarbij de uitstraling van het geheel en de expressie van individuele woning samen en evenwaardig tot uiting komen.
Binnen het masterplan van Peter Wilson (Bolles + Wilson) voor een nieuw centrum in Amersfoort heeft Drost + van Veen architecten een woongebouw met voorzieningen ontworpen. In goede samenwerking met de collega-architecten is een samenhangend plan tot stand gekomen rond het ‘Eemplein’, een plein dat langzaam afloopt naar de rivier. De achtenveertig appartementen liggen in een bouwblok tussen de Eemlaan en het Eemplein. In dit bouwblok zijn ook een bioscoop, commerciële voorzieningen en een parkeergarage opgenomen. Er zijn twee typen appartementen: de starters-(koop)woningen op de begane grond aan de Eemlaan en de driekamer-huurappartementen boven de winkels. Deze middels een gallerij ontsloten appartementen liggen rond een groene binnentuin.
De gevels van de woningen vormen een verbijzondering van de kop van het bouwblok. De gevels hebben een verspringende (zaagtand) gevellijn en hebben door de gevellijn uitstekende balkons. Hierdoor kijken de bewoners niet alleen over het plein uit, maar kunnen ze vanuit alle apartementen ook overhoeks een blik op de Eem werpen.
De gevels zijn een combinatie van baksteen vlakken en grote puien van geanodiseerd aluminium. De licht gekleurde bakstenen zijn gemetseld in een staand verband en de puien zijn brons- en goudkleurig in verschillende tinten. Hierdoor ontstaat een genuanceerde en levendige gevel die flonkert in het zonlicht.
Het plan voor de vernieuwing van de Braselwijk legt de nadruk op integratie van het groen in de wijk en de aansluiting op groene structuren in de omgeving. Compacte blokjes van 3 woningen zijn zo ingepland dat er ruimte ontstaat voor compacte publieke pleintjes aan de straat.
Het eerste woongebouw heeft een ietwat aparte status en richt zich op het centrale park. Op deze manier willen we een robuust antwoord geven op de relatie van deze woningen met het centrale park in het plan.
Het Natuurbelevingcentrum de Oostvaarders ligt aan de rand van de Oostvaardersplassen. Het gebied is één van de meest unieke natuurgebieden in Europa. Het gebouw is gerealiseerd op het ontmoetingspunt van landschappen met een verschillend karakter: land, water, bos en rietvelden. Aangezien het gebied steeds meer in trek komt bij natuurliefhebbers en de Oostvaardersplassen, als onderdeel van Nationaal Park Nieuw Land, de status Nationaal Park heeft gekregen, dient het Natuurbelevingcentrum uitgebreid te worden. Het huidige ontwerp van het gebouw is markant en iconisch, vandaar dat er gekozen is in het verlengde van de dijk de uitbreiding te realiseren.
De nieuwbouw is in dezelfde materialisering, namelijk zwart belatte houten uitstraling met verticale houten delen, ontworpen. Het huidige Natuurbelevingcentrum blijft dienen als hoofdentree. In de uitbreiding zijn twee groeps- en educatieruimten met uitzicht op de Oostvaardersplassen, een restaurant met keuken, leslokalen en een werkplaats voor Staatsbosbeheer ondergebracht. Op de verdieping worden kantoorfuncties toegevoegd voor de medewerkers. Landschapsbureau Nieuwe Gracht heeft het ontwerp gemaakt voor het buitenterrein van het Natuurbelevingcentrum waarbij in de gevel van de nieuwbouw een pergola met een lange zitbank is opgenomen.
Het bedrijf, in het centrum van Antwerpen, bevindt zich op de tweede verdieping van een oud magazijn. Een bijna rechthoekige ruimte, gemarkeerd met betonpijlers en hangende balken, biedt plaats aan zo’n 35 werknemers en verscheidene klanten, rekening houdend met de noodzaak om ruimtes te creëren voor samenwerking, communicatie en ontspanning.
Centraal in de ruimte bevindt zich de grote hal met aan weerszijden ruimtes voor opslag, toiletten, polyvalente ruimtes, keuken en eetruimte. De grote hoofdruimte heeft een centraal en longitudinaal deel dat de ruimte verdeelt. Dit deel organiseert het circuit met de open en gemeenschappelijke ruimtes rondom. Het centrale werkgedeelte is opgebouwd uit lichtpanelen in mat glas, die zowel open als gesloten plekken kunnen creëren naar gelang de behoeftes van de werknemers.
De enscenering van het hoofdgedeelte benadrukt de industriële uitstraling van het oorspronkelijke gebouw. De constructieve elementen zoals de hangende balken, gemetselde wanden en afdrukken van de bekisting zijn verenigd door een witte kleur. Ook het meubilair heeft een belangrijke rol in de organisatie van het kantoor. Niet alleen door het gebruik, maar ook door de ruimte te verdelen en nieuwe volumes te creëren.
Het verkavelingsplan voor deze nieuw woonwijk met in totaal ongeveer 50 woningen maakt het noodzakelijk dat het middenste deel niet traditioneel vlaams ontwikkeld kan worden. Op deze plek worden rug-aan-rug woningen met een compacte buitenruimte geschakeld waarbij de overgang met het openbaar domein zorgvuldig vormgegeven dient te worden. Het resultaat is een interessante mix van huur- en koopwoningen in verschillende types en met een ruime diversiteit aan woonkwaliteit. Van het “standard” Vlaamse huis tot een penthouse met ruim dakterras.
“Polderparel” neemt de volledige footprint van het kavel in. Het is een markant gebouw dat door slimme transformaties aan de vorm en interne organisatie een antwoord biedt aan alle opgelegde randvoorwaarden wat betreft de inpassing in de omgeving, het programma voor woningen en parkeren, ruimtelijke kwaliteit, sociale leefbaarheid en architectuur. De eenvoudige buitenkant op maat van de omgeving wordt gecompleteerd door een intrigerende binnenwereld waar de gemeenschappelijke buitenruimte en ontsluiting van de woningen zich bevinden. De materialisering versterkt het verschil in sfeer tussen de binnen- en buitenkant.
In de nieuwe woonwijk De Laak in Amersfoort – ontworpen door West 8 – realiseerden we op zes strategische plekken zogeheten ‘specials’: woningen die de herkenningspunten in de wijk zullen vormen.
Deze bijzondere woningen zullen tevens een gevoel van verbondenheid creëren met de plek. De ‘specials’ in De Laak onderscheiden zich van de omliggende woningen door hun scherpe silhouetten en hun bijzondere binnenruimten. De torenwoningen hebben torenkamers met een groot venster dat uitziet over jachthavens en rietvelden. De brugwoningen hebben riante woonkamers met terrassen die aan het water grenzen.Hoewel de woningen verschillen in volume en plattegrond, hebben ze duidelijke architectonische overeenkomsten. In de uitwerking is gekozen voor grote bakstenen vlakken in twee aardetinten en gegroepeerde gevelopeningen. Hiermee worden de woningen het hedendaagse equivalent van traditionele poort- of bruggebouwen. Kortom: woningen met karakter.
In opdracht van de gemeente Barneveld ontwerpt Drost + van Veen architecten twee bruggen voor langzaam verkeer – fietsers en voetgangers – in de nieuwbouwwijk Kromme Akker in Voorthuizen, gemeente Barneveld. De opdracht is een samenwerking tussen Drost + van Veen architecten en bouwkundig ingenieursburo ABT.De twee bruggen maken een oversteek ten behoeve van een doorgaande fietsroute over een reeds gerealiseerde sloot.
Door hun centrale ligging kunnen de bruggen voor meer doeleinden gebruikt worden, vooral door de kinderen uit de wijk. Denk aan een plek om vanaf te vissen, om af te spreken of om bootje te gaan varen. De bruggen kunnen naast de gevraagde functionele oversteek ook een verblijfsplek worden. Deze meerwaarde hebben we onderzocht en meegenomen in ons ontwerp.Drost + van Veen architecten heeft verschillende concepten onderzocht: ‘de oversteek’, ‘de zitplek’ en ‘de tribune’. Het concept ‘de tribune’ is na een gezamlijke keuze van opdrachtgever , architect en constructeur nader uitgewerkt als voorlopig ontwerp.
De twee bruggen hebben we in ons ontwerp opgevat als familie van elkaar. Alleen de meest centrale brug krijgt een zitplek aan het water. In het stedenbouwkundig plan sluit deze brug aan op een pleintje. De tribune naar het water is gesitueerd aan de zonzijde.
Een expressief gevormde betonnen balustrade accentueert een speciale plek op de brug naast de tribune. De balustrade en het landhoofd zijn hier als één monolitisch geheel vormgegeven. In de balustrade is aan weerszijde een sparing gemaakt om doorheen te kunnen kijken en klimmen. Dit gat werkt hierdoor ook als speelelement naar de tribune. In contrast met het zware brugeinde is de brug in verloop naar de overzijde van de sloot juist zo slank mogelijk gemaakt. Hiervoor is een prefab randligger ontworpen. Hierdoor lijkt het alsof de brug met zijn handpalm vanaf de ene oever met zijn vinger reikt naar de overzijde.
Integrale herontwikkeling van het kavel van de voormalige kantoorvilla aan de Koningin Astridlaan in Turnhout. Door een intensieve verbouwing van het bestaande gebouw worden hier 4 appartementen gerealiseerd. In de voormalige tuin is ruimte voor 4 gezinswoningen een buitenschoolse kinderopvang voor 21 kinderen. Deze combinatie van woningbouw en sociale voorzieningen zorgt voor levendigheid in de buurt. Ook wordt de buitenruimte op het kavel heraangelegd als nieuw openbaar gebied.
‘Ons Huis’ en ‘Figulus Welzijn’ willen zich graag doorontwikkelen tot een kulturhus. Samen met alle gebruikers hebben gewerkt aan de transformatie van de bestaande gebouwen om tot een plan te komen dat deze samenwerking representeert. In het centrum van de site worden enkele jongere gebouwdelen en aanbouwen gesloopt om ruimte te maken voor een nieuwe transparante foyer die representatief is voor de hernieuwde samenwerking. De nieuwbouw faciliteert en zorgt ervoor dat de bestaande monumentale gebouwen optimaal kunnen functioneren.
Centraal in het plan voor een nieuw wijkcentrum in Doetinchem heeft Van Veen architecten het ontwerp gemaakt voor de nieuwe multi-functionele accomodatie. Deze bestaat uit twee basisscholen, een petit café, een multifunctionele ruimte, een sporthal en ruimte voor zorginstellingen.
Alle functies zijn samengebracht onder een geprononceerde dakvorm die refereert aan de typische Oosseldse kappen. Deze dakvorm deelt het gebouw op in kleinere delen waardoor het in schaal aansluit bij het dorpse karakter van de omgeving.
De centrale hal is de ontmoetingsplaats voor de wijk. Bij grote evenementen kunnen het café, de activiteitenruimte, het speellokaal en de multi-functionele ruimte bij de hal worden getrokken. Grote vides verbinden het bovengelegen dramalokaal, het handvaardigheidlokaal en de mediatheek met de entreehal. In de avonduren worden deze lokalen door de overige gebruikers voor verschillende doeleinden gebruikt.
De lokalen zijn gegroepeerd rond zogenaamde leerdomeinen die ook zorgen voor extra ‘licht en lucht’ in de gang. Oosseld heeft met dit plan een gebouw gekregen waarmee de bewoners van de wijk zich goed kunnen identificeren en dat zich kan aanpassen aan verschillende ruimtewensen van de gebruikers.
Samen met Deca Packaging Group is een nieuw hoofdkantoor ontworpen dat aansluit bij het innovatieve, toekomstgerichte en ambitieuze karakter van dit bedrijf. Het resultaat is een gebouw uit één stuk waar alle bedrijfsonderdelen van de groep geïntegreerd worden. Het nieuwe gebouw presenteert zich als één robuust volume. De verschillende functies worden gerepresenteerd door aberraties aan het basisvolume. Aan de voorgevel bepalen de loskades en de entree van het bovengelegen kantoor het beeld. Achter de loskades en kantoren ligt het magazijn, aan de oostgevel zorgen de silo’s voor afwisseling in het beeld. Aan de noordkant zijn de spuitgiethallen gelegen met een eigen kantoorgedeelte, aan de westkant de ateliers en opslag.
Het gehele gebouw is bekleed met stalen gevelprofielen. Door variatie in het formaat van deze puntprofielen gevelbekleding wordt de schaal van de verschillende gevels genuanceerd. Het beeld verandert mee met de stand van de zon en wijzigt dus afhankelijk van het tijdstip. Er werd geen standaard metalen gevelbekleding toegepast, maar er is samen met de opdrachtgever beslist om de gevel te verbijzonderen. Samen met producent Arcelor Mittal is dit puntprofiel op maat uitgewerkt.
Uiteindelijk bestaat de gevel uit combinatie van drie verschillende geplooide stalen gevelprofielen. Door de puntprofielen in verschillende hoeken te voorzien ontstaat er een spel van licht, hoewel het volledige gebouw dezelfde kleur heeft, wordt toch een gevarieerd gevelbeeld verkregen. Ter plaatse van het kantoor zijn de beglaasde geveldelen voorzien van een beweegbare zonwering opgebouwd uit de geperforeerde versie van dezelfde geplooide gevelprofielen. Deze zonweringen zijn te openen als ‘traditionele’ luiken.
In de Vlaamse dorpen rond Brussel en Aalst kunnen sporen gevonden worden van het industriële verleden. Vele ongebruikte fabrieksgebouwen werden in het verleden gesloopt. Met ‘Woonfabriek Hogeweg’ wordt dit dit cultuurhistorisch erfgoed herontwikkeld tot een hedendaagse project waar oud en nieuw elkaar aanvullen en versterken. Er worden 19 nieuwe wooneenheden gerealiseerd binnen de ‘footprint’ van het voormalige fabriekspand. Zo ontstaat er ruimte voor een nieuwe publieke buurttuin in het hart van het bouwblok.
28 seniorenbungalows in Ten Kouter zijn aan vervanging toe. De opgave voorzag in vervanging van deze woningen. In ons voorstel worden gezinswoningen toegevoegd aan het basisprogramma, zodat er een mix aan woningtypes en aan toekomstige bewoners ontstaat in de wijk. Daarnaast wordt de straat in de nieuwe situatie een plein waar de auto enkel te gast is. Op deze manier kan Ten Kouter uitgroeien tot een gemengd woonerf waar het prettig wonen is voor jong en oud.
De voormalige pepermuntfabriek A.J. ten Hope uit 1911, aan de Westzeedijk 497 te Rotterdam, is gerestaureerd en het praktische karakter van pakhuis, kantoor en bergzolder zijn While in ere hersteld. Het gemeentelijk monument is herontwikkeld als bedrijfsverzamelgebouw en huisvest nu een ontwerpstudio voor feestartikelen en het Lyceum voor Beeldende Vorming. Omdat het gebouw aanvankelijk één gebruiker diende, moest de herontwikkeling zich concentreren op het realiseren van een grote mate van flexibiliteit voor toekomstige gebruikers zonder het verlies van de praktische ruimtelijke functies.Tijdens de voorbereidingen bleken de aanvankelijk binnenpuien op de eerste verdieping voor een groot deel in tact te zijn. Een bijzondere combinatie van verdiepingen met elkaar
kamers, kelders en vrije plattegronden geven het gebouw een onderscheidend en uniek karakter. Als toevoeging is op het dak is er de mogelijkheid een zogenaamd ‘pent-office’, een kantoor met de allure van een penthouse, te realiseren.
De nieuwe bestemming als bedrijfsverzamelgebouw vroeg , in eerste instantie, om ingrijpende wijzigingen in de bouwstructuur. Na een intensief voortraject kan dit tot een minimum beperkt worden. Op de vraag van de opdrachtgever om het gebouw geschikt voor verhuur aan een zo breed mogelijke vertrekkende huurders is door ons bureau een oplossing gevonden. De inpassing van een tweede ‘hoofdentree’ met lift optimaliseert de verhuurmogelijkheden van het bestaande gebouw en een later te realiseren nieuwbouw.
Na uitgebreide analyse zijn de samengevoegden gemaakt die leiden tot sloep, reconstructie, restauratie en nieuwbouw, waarbij een beperkte moderne uitbreiding op het dak mogelijk zou zijn. Met betrekking tot het interieur heeft elke verdieping een duidelijke eigen sfeer, gerelateerd aan het eerdere gebruik . De bestaande bouwkundige kwaliteiten vormen de basis voor het nieuwe interieur. Waarbij zo veel mogelijk originele details in de vervalste staat zijn scheiden. De inpassing van de toegevoegde techniek (lift, constructie, installaties) bijzondere aandacht gekregen.
De ruimte tussen het nieuwe Huis van Droo en het verpleeghuis zal door beiden gebruikt worden. Aan de ene kant zullen de kinderen van het kinderdagverblijf er spelen, aan de andere kant zullen de ouderen de ruimte gebruiken als tuin. Samen is een plan gemaakt dat individueel, simultaan en samen gebruik mogelijk maakt en stimuleert. Er werd gezocht naar overeenkomsten tussen de kleinste kinderen en ouderen. Parcours in de tuin, veiligheid, overzicht en geborgenheid waren enkele concepten die meegenomen zijn in de uitwerking.
Nieuw-Sledderlo vernieuwt. Het park in het hart van Nieuw Sledderlo wordt de ontspannen openbare buitenruimte voor de buurt. Het nieuwe gebouw voor Gigos Jongerenwerking maakt de verbinding tussen de straat en het park. De gangen tussen de verschillende lokalen worden vervangen door een centrale transparante ruimte die soms binnen is en soms buiten.
De combinatie van bestaand gebouw en nieuwe ingrepen zorgen voor het karakteristieke beeld. Het casco is flexibel maar vraagt om een energetische en akoestische update. Het beeld blijft veelal bewaard, toch is er ruimte voor aanpassingen in de gevel die gerelateerd zijn aan het nieuwe gebruik.
De facade van dit bestaande langgerekte volume is ge-update en het dak is aangepast om aan de nieuwe akoestische eisen voor het nieuwe theater-café te kunnen voldoen. De monumentale blauwe buitendeuren zijn naar binnen verhuisd en maken plaats voor een grote pui die de relatie tussen binnen en buiten vormgeeft. Het ritme in de gevelopeningen wordt waar nodig hersteld en versterkt door nieuwe raamopeningen en deuren. Ook aan de lange gevels vervaagd hierdoor de grens tussen binnen en buiten.
Om de stedenbouwkundige situatie in de wijk Beijum te verbeteren gaf de Gemeente Groningen opdracht de zeventiger jaren Montessorischool te verplaatsen. Het nieuwe schoolgebouw is evenwijdig aan het kanaal gebouwd. De historische dijk langs het kanaal, het meest in het oog springende landschappelijke element, is in het ontwerp van de school geïntegreerd. De gang, die in het Montessori-onderwijs een belangrijke plaats inneemt, volgt het dijkprofiel en vormt de ruggengraat van het gebouw. Verschillende ruimtes, zoals werkplekken, bibliotheek en de lerarenruimte, kragen uit over de dijk
Subtiele hoekverdraaiingen in deze ruimtes creëeren lange zichtlijnen over het kanaal. De grote hal staat in open verbinding met het verdiept gelegen speellokaal. Hierdoor kan de hal ook als podium dienen met het publiek in het speellokaal. Een acht meter brede trap stijgt met de dijk mee naar de verdieping, en dient tegelijkertijd als zitobject. De school is het nieuwe beeldbepalende gebouw van de wijk Beijum. Het exterieur van de school kreeg een frisse aanblik. De kleur wit overheerst en contrasteert met de sombere, grijsbruine tinten van de omliggende gebouwen. De gevels aan het schoolplein krijgen een ‘warme’ houten bekleding.
Door selectieve sloop en intensief hergebruik wordt de Nieuwhof omgevormd tot ‘Kulturhus’. Het oorspronkelijk gebouw is in 3 fasen gegroeid. De uiteindelijke gezamelijke entree is de achterdeur van de onderdelen. Door een radicale wijziging in de interne organisatie van het gebouw, worden de verschillende functies zichtbaar en worden nieuwe verbanden gelegd. Samen met gebruikers wordt intensief gewerkt aan de plannen, ook voor het interieur en de buitenruimte. Aanpassingen aan de gevelopeningen zorgen voor een relatie tussen binnen en buiten, het gebouw wordt transparanter en nodigt uit.
De herstructurering van Nieuw Crooswijk is één van de grootste en gevoeligste nieuwbouwoperaties van de gemeente Rotterdam. Het doel van deze herstructurering is de uitstroom van groepen bewoners keren door het aantrekkelijker maken van de wijk. Tesamen met de ontwikkelingscombinatie Nieuw Crooswijk, West 8 en de overige betrokken architectenbureaus is een helder plan ontwikkeld waarbij de pandsgewijze opbouw van de verkaveling, het op inventieve manier parkeren op de binnenterreinen en het bouwen voor een brede groep aan bewoners, het uitgangspunt is.
In aansluiting op de bestaande opzet van Crooswijk worden de bouwblokken niet ingevuld door één architect en één woningtype maar is gekozen om de vijf betrokken architectenbureaus binnen één bouwblok af te wisselen, waardoor een gedifferentieerd en kleinschalig beeld is ontstaan. Binnen het nieuwe stedenbouwkundig plan Van Veen architecten voor de eerste fase, het Wandeloordgebied, 122 woningen vormgegeven. De baksteendecoraties en de kenmerkende opbouw van met een plint, een middenstuk en een dakrand, overeenkomstig de negentiende eeuwse Rotterdamse gebouwen, vormen de inspiratiebron voor het ontwerp van de gevels. Leidraad voor het uiterlijk van de woningen vormt een – in samenwerking met dessinontwerper Rita Verhoeven – ontwikkeld baksteenreliëf over de volle hoogte van het bouwwerk. Voor dit patroon is een speciale baksteen met twee bollen ontwikkeld die ter plaatse van accenten in het patroon worden voorzien van een nikkel glazuurlaag. Het toepassen van verschillende metselwerkverbanden accentueert de verticale gevelopdeling.
Het resultaat is een rijk gedetailleerde plan voor Crooswijk met een eigentijds karakter.
Het ‘normale woonhuis’ in de rij aan de Lepelaarweg omvat 12 groepswoningen voor bewoners met een verstandelijke beperking. In de woonschuren achterop het erf rondom de moestuin krijgen 8 compacte grondgebonden woningen hun plek. Het woonhuis met 12 appartementen staat in de straat. Het achterhuis heeft dezelfde vorm als het voorhuis, maar is 1 verdieping opgetild. Op de begane grond is de gemeenschappelijke ruimte gesitueerd, die direct aansluit aan de tuin. De Passerel mag uitgroeien tot een uitzondering in het dorp. Een publieke route die de kanaalzone doorkruist, start hier. In het binnengebied bevinden zich de moestuin van de Passerel en een publieke speelplek voor de kleinste kinderen.
De voormalige kazerneterreinen in Vught worden herontwikkeld tot de woonwijk Stadhouderspark. Drost + van Veen architecten ontwerpt hiervoor 79 woningen in verschillende typen. Harmonie met de vele aanwezige bomen op het terrein vormt het ontwerpuitgangspunt. Bijvoorbeeld door toepassing van de natuurlijke materialen hout, riet en lei steen.
Het terrein is opgedeeld in twee gebieden: Dorpsrand en Parkbos. Deelplan Dorpsrand krijgt een “eigentijds traditioneel” karakter met ingetogen vormgegeven, vrijstaande villa’s met een ruime tuin en 2-onder-1-kap woningen. De schuine rieten daken en ruime plattegronden verwijzen naar de bestaande luxe landhuizen in Vught.
In het deelplan Parkbos staan appartementengebouwen en 4-onder-1-kap woningen “tussen de bomen en de bladeren”. De begane grond van de woongebouwen is opgetild. Platte daken en witte, betonnen lijsten vormen een bijzonder contrast met het bos. Rieten gevels creëren eenheid met de woningen in de dorpsrand.
Het hergebruik van de voormalige praktijklokalen en de ontwikkeling van “shedwoningen” was een essentieel onderdeel van het stedenbouwkundig plan voor de Brewinc locatie. Elke shed wordt een nieuwe woning of werkunit. Een parkeergarage voor 72 auto’s wordt voorzien op het maaiveld. De woningen vouwen zich rond de garage zodat de woonsfeer aan het hof maximaal is. Verschillende prototypes voor het interieur worden aangeboden aan de toekomstige kopers.
Park de Hoge Rielen is een natuur-recreatiepark met diverse paviljoenen met accommodatie voor groepen jongeren. Het Helix paviljoen is een ruim en comfortabel gebouw ontworpen door architect Hans Barbier. Anno 2007 was het aan een update van de voorzieningen toe. Het nieuwe paviljoen voorziet in nieuwe duurzame voorzieningen voor de bestaande slaapvertrekken. Natuurlijk licht binnenin en de integratie in de groene omgeving zijn de thema’s voor dit project.
Op een belangrijke locatie bij de ingang van het oude dorp is in de gemeente Nieuwkoop het cultuurhistorisch museum Ter Aar gerealiseerd. De markante dakvorm verwijst naar de stolpboerderij die van oudsher op deze plek stond en past bij het dorpse karakter van het museum. De traditionele stolpvorm is verlengd en voorzien van diagonale uitsneden die door middel van grote raampartijen en deuren de entree en de expositieruimte markeren.
De multifunctionele zaal, keuken, toiletten en vergaderruimte, zijn in het midden van de heldere expositieruimte samengevoegd tot een vrijstaand volume. Brede gangpaden vormen de ruimte voor het presenteren van de collectie. Een speciale plek voor de schepen en schuiten maakt gebruik van de volle hoogte van het gebouw. Er is gekozen voor eenvoudige en duurzame materialen. Staal voor de hoofdconstructie en dakpannen voor de afwerking, waarbij het dak en de gevel in elkaar overgaan.
Het nieuwe museum heeft een zowel een traditionele als een moderne kant. De combinatie tussen deze twee uitersten zal een aangename verrassing zijn voor de bezoekers.
De gemeente Duiven wil Droo-Zuid ontwikkelen tot het hart van een buurtoverstijgend woonservicegebied. Doel is om oude én jonge mensen met een zorgvraag in de wijk te laten wonen, temidden van hun familie, buren en vrienden. Wij ontwikkelden met gebruikers een buurthuis ‘nieuwe stijl’; het Huis van Droo, het nieuwe hart van deze wijk. De sporthal in het centrum van het gebouw wordt ingepakt door het andere programma. De buurtlounge, gericht op de entree van de wijk, is het meest publieke deel, verder zijn er nog een kinderdagverblijf, een eerstelijns zorg en andere buurtondersteunende functies gevestigd in het gebouw.
Drost + van Veen architecten heeft in totaal twaalf bruggen gerealiseerd voor bedrijvenpark De president in de gemeente Haarlemmermeer: negen bruggen voor langzaam verkeer en drie autobruggen. Bij het ontwerp stond een ontmoeting van contrasten op vele niveaus centraal. Inspiratie is geput uit het omliggende landschap en uit graffittikunst.
De bruggen zijn ontworpen als één beeldfamilie. Ze vormen duidelijke iconen die het karakter van de omgeving versterken. Bij alle bruggen vormen de ondersteuningsconstructie, de brugligger en de leuning één doorlopend element. De eenduidige vorm geeft de bruggen een uiterlijk dat verwijst naar het ruige polderlandschap. De verdere materialisering van de bruggen vormt hiermee een duidelijk contrast. De toegepaste boomstam, compleet met schors, refereert aan de omliggende, parkachtige omgeving.
Kunstenares Milou van Ham heeft de bruggen voorzien van teksten geïnspireerd op boominkervingen. Deze teksten verrijken de bruggen als een soort prefab graffiti.
Winnaar Architectuurprijs Haarlemmermeer 2009
Om de architectuur van een nieuwe Chinese avantgarde te presenteren en tegelijkertijd de onafhankelijkheid van de verschillende bureaus te onderstrepen, zijn we op zoek gegaan naar een andere manier om architectuur te presenteren. Door de keuze voor een generieke presentatie-methode in het strakke keurslijf van het grid, speelt het tentoonstellingsontwerp met de gespannen relatie tussen de identiteit van de individuele ontwerper en het collectieve (Westerse) beeld van een Chinese architectuur. 50 projecten van 28 bureaus werden gepresenteerd op 70 blokken en 24 hangende zuilen van 1.80 m bij 1.80 m.
The Dutch Reformed Church (NHK) in Groede will be renovated. The foundation managing the church wants to renew the interior to make multifunctional use of the church possible. Ceremonies, services, lectures and exhibitions have to be able to be organized in the building. Our proposal brings back the original light and space in this Flemish Hall-Church. The historical division between the French and Flemish church is demolished. The original space is recreated. Through the materialization of the floor the history of the church remains visible. To make the multifunctional use possible 2 new volumes are inserted in the interior. The new additions have a different material to make the interior tell the history of the church.
Op straatniveau is er een apotheek. De schuifdeuren gaan open, je loopt door een lange ruimte met glazen wanden. Voor de glazen wanden staan de artikelen opgesteld, daarachter een vide, de apotheker die een recept bereidt, een zicht op de tuin. Op niveau -1 is er een leefruimte. Door de lichtstraat valt het licht tot diep in de ruimte. Aan de tuinzijde is een glazen gevel en terras dat doorloopt in de tuin. Alle ruimtes worden verwarmd en geventileerd door een geïntegreerd vloerverwarmingssysteem. Boven de apotheek is er een ruime eengezinswoning over drie niveaus verbonden met een lift. De gevel is opgebouwd uit grote glazen schuiframen met daarvoor geperforeerde luiken. Als zonwering houden de luiken de felle zomerzon buiten en laten een aangenaam gefilterd licht binnen. Als privacy-scherm behoeden de luiken de bewoners voor de inkijk vanuit de winkelstraat.
Het plangebied Swanla in de gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle is een strip van twee hectare groot die grenst aan het open polderlandschap. De breedte van de strip wordt bepaald door twee sloten die voortkomen uit de verkaveling van de omliggende weilanden.Gekozen is om het kavel op te delen in twee bouwblokken die als eilanden los liggen in het groen. Om dit eilandenconcept te versterken, vormen de woningen een aaneengesloten gevellijn. Deze wordt voortgezet in de tuinmuren die als een band, de grens vormen tussen privé en openbaar gebied.
De entree van de nieuwe wijk wordt gemarkeerd door het hogere deel van het ‘eiland’ waarin de appartementen zijn opgenomen. Door de hoogte en ligging hebben de appartementen een functionele en ruimtelijke samenhang met de tegenoverliggende, hogere gebouwen van het zorgcentrum. In het ontwerp zijn geen traditionele straten opgenomen. De trottoirs zijn breed, het parkeren is op het eigen kavel opgelost. Voor de rijwoningen en de appartementen is er een ondergrondse parkeergarage.
Uitgangspunt voor de nieuwe wijk was een combinatie van uiteenlopende woningcategorieën: rij-koopwoningen, rij-huurwoningen, twee-onder-een-kap koopwoningen en gestapelde koop- en huurwoningen. Deze gevarieerde mix wordt bij elkaar gehouden door het dak, dat zich over het gehele plan plooit. De huid van keramische pannen, die overgaat van puntdak in gevelvlak, geeft het project het kleinschalige karakter dat past bij woningen aan de dorpsrand van Zevenhuizen.
De monumentale boerderij ‘De Uithof’ ligt aan de rand van het gelijknamige Utrechtse universiteitsterrein. Dit rijksmonument is tegenwoordig in gebruik als kinderdagverblijf. In 2004 werd de boerderij totaal door brand verwoest. Van Veen architecten kreeg de opdracht om het monument nauwgezet terug te bouwen. Het gebouw moest echter wél gaan voldoen aan de zware eisen die aan een eigentijds kinderdagverblijf worden gesteld.
De monumentale elementen als gevel, gevelopeningen en dak zijn gehandhaafd of vakkundig teruggebracht in originele staat. In het interieur zijn de houtenvloerdelen, de kinderbalken, de kaaskelder, de rookkamer en de originele tegels en plavuizen behouden. Om redenen van brandveiligheid is de traditionele rieten kap vervangen door een ‘geschroefde’ rieten dakbedekking op een dakbeschot. De indeling is verregaand geoptimaliseerd, de werkomgeving voor de leidsters is aangepast en het interieur is op de belevingswereld van het kind afgestemd.
Een nieuw ruimtelijk element is geïntroduceerd in het achterhuis. In deze voormalige stal is – als het ware – een nieuwe schuur gebouwd. Een vrolijk gekleurde houten schuur, speciaal voor kinderen. In dit grote speelelement bevinden zich op de begane grond de slaapruimtes en het sanitair voor de kinderen. Op de verdieping bevindt zich een multifunctionele ruimte. De trap, de garderobe en de opslag voor de buggy’s zijn op een speelse manier in het volume opgenomen.
Binnen de strakke kaders van de monumentenregelgeving is, door enkele inventieve ingrepen, een vertrouwde én fantasie prikkelende omgeving voor baby’s en peuters gecreëerd.
Het monumentale gebouw van de Rotterdamse drukkerij Wyt is in 1923 ontworpen door de architect W. Kromhout. Na vijfenzeventig jaar trouwe dienst kwam het pand leeg te staan. In 2003 gaf de stichting Historische Gebouwen Rotterdam opdracht om het karakteristieke bakstenen gebouw geschikt te maken voor een kantoorfunctie met vijf afzonderlijke verhuurbare casco units.
Het drie verdiepingen tellende complex met een totale oppervlakte van 2500 m2 kreeg door de restauratie en herinrichting een tweede leven als efficiënt en sfeervol kantoor. Daarbij is gekozen voor een restauratie in de geest van Kromhout. De kenmerkende stalen kozijnen, prachtig betegelde gangen en trappenhuizen werden hersteld. De overige ruimtes werden geschikt gemaakt voor kantoorhuisvesting zonder dat het karakter van het gebouw werd aangetast. Op de begane grond wordt het gebouw gekenmerkt door sfeervolle directieruimtes met lambriseringen en glas in lood. Op de verdiepingen daarboven bevinden zich zeer grote open en lichte ruimtes. Op de tweede verdieping is een vide gemaakt naar de zolder. Drost + van Veen architecten was ooit gevestigd in de hoge kamers op de eerste verdieping. Met eenvoudige middelen is een open en informele werkomgeving gecreëerd: een modern vormgegeven interieur in een klassieke bakstenen sculptuur.
Artist Ai Weiwei asked 17 architects to design a pavilion for the Jinhua Architecture Park along the Yiwu river. Restaurant 13 is build from steel, stone & bamboo as an interpretation of the Chinese dining culture. Three different speeds of ‘eating-out’ converge in a traditional watch-and-be-watched restaurant-typology; street food, eating at the table or laid-back lounging. Also in the detailing of the project traditional Chinese elements are appearing in a contemporary way.
Aan de rand van het universiteitsterrein de Uithof in Utrecht ligt een monumentale met riet gedekte boerderij en een houten stal. Tussen deze twee rustieke gebouwen is een vrolijk gekleurd kinderdagverblijf gehuisvest in een houten gebouw met een verrassende dakvorm.
Gekozen is om deze nieuwbouw als een eigentijdse boerderij, in vormentaal, materiaalgebruik en constructie, tussen de beide belendende gebouwen te plaatsen. De gekleurde houten gevel en het strakke aluminium dak, vormen een contrast met de omliggende gebouwen. De kap aan de voorkant refereert aan het silhouet van de boerderij. In de lengterichting wordt deze kap getransformeerd tot een plat dak. De achterzijde ziet er, in tegenstelling tot de voorzijde, niet uit als een boerderij maar eerder als een modern gebouw.
De grote variëteit aan ruimtes biedt, binnen het overzichtelijke gebouw met talrijke doorzichten, een ideale leefwereld voor baby’s en peuters en een plezierige werkomgeving voor de leiding.
Het gebouw is symmetrisch van opbouw en bestaat uit twee verdiepingen. Deze opbouw volgt de organisatie van het kinderdagverblijf tot in detail. Hiertoe is het gebouw opgedeeld in drie duidelijk herkenbare zones: een zone aan de voorgevel met ruimtes voor de organisatie, de entree en de speelhal in het midden en aan de achterzijde: de groepsruimtes. Het grote overdekte balkon, dat uitkijkt over schapen in de wei, vormt de buitenruimte voor de groepsruimtes op de eerste verdieping. Tegelijkertijd biedt het bescherming tegen direct zonlicht van de verblijfsruimtes op de begane grond. De Kleine Kikker sluit door zijn herkenbare vormen aan bij de omliggende gebouwen en verrast tegelijkertijd door zijn eigenwijze materiaalgebruik.
Voor het Nederlandse paviljoen op de 2003 Biënnale van Venetië, werkten wij samen met kunstenares Alicia Framis aan een multifunctionele presentatieruimte voor haar ANTI_DOG collectie. De ruimte bestaat uit een stalen frame waarover jurken van deze collectie zijn gespannen. Binnen werden video’s getoond en konden de modellen zich omkleden voor de performance.
Veld 1.6 ligt in de nieuwe wijk Vathorst aan de rand van Amersfoort. Op dit kavel, gelegen aan een oud ontsluitingslint, zijn vijf ruime villa’s en een appartementengebouw van drie lagen gerealiseerd.
De villa’s en het appartementengebouw zijn onderdeel van één ‘beeldfamilie’. De woningen worden ontsloten via een gemeenschappelijk erf, waarop zich ook de garages en de parkeerplaatsen voor bezoekers bevinden. In het midden van het kavel is de bestaande boerderij gehandhaafd. De woningen zijn losjes gegroepeerd rondom deze boerderij. De zes gebouwen zijn georiënteerd op het zuiden en hebben uitzicht op de fruitbomen in de gemeenschappelijke tuin. In de vormgeving van de woningen is het dak, zowel in het interieur als het exterieur, het beeldbepalende element. De boerderij met de grote pannenkap was hiervoor de inspiratiebron. De daken van de woningen vouwen zich over het metselwerk en worden zo onderdeel van het verticale gevelvlak.
Elke woning opent zich naar het groen van de tuin. Hier bestaat de gevel uit een glazen pui over twee verdiepingen. De villa’s zijn dusdanig geschakeld dat uitzicht en privacy gegarandeerd zijn. Door de inventieve indeling van de woningen is het mogelijk om van de berging een slaapkamer te maken. Dit maakt de woningen ‘levensloopbestendig’ en met name geschikt voor senioren.
In de nieuwe woonwijk Haverleij bij ’s-Hertogenbosch zijn de woningen geconcentreerd in ‘kastelen’: massieve bouwblokken in een groen gebied dat grotendeels is ingericht als golfbaan. De Golfclub Haverleij bestaat uit drie gebouwen: het clubgebouw, een driving range en een greenkeepersgebouw. Doorgaans liggen deze gebouwen verspreid over het terrein, maar om binnen de stedenbouwkundige visie van de Haverleij te blijven, zijn de gebouwen gegroepeerd rond het centraal gelegen parkeerterrein.
Het ontwerp van de golfclub is geïnspireerd op een vroegmiddeleeuwse vesting met houten opbouw die is omsloten door een aarden wal. Door de clustering van de voorzieningen is de golfclub een herkenbare eenheid die door de aarden wal is afgeschermd van de omgeving. Daar waar de aarden wal wordt onderbroken, is er zicht op het omringende landschap. Ook in vorm en materialisering zijn de gebouwen herkenbaar als eenheid. Robuuste materialen geven de gebouwen de rustieke sfeer uit het verleden. Grote brokken natuursteen uit de Ardennen bekleden het betonnen basement. Brede houten balken en dakbeschot vormen de dakconstructie. Aan de gevels zijn rode planken bevestigd waardoor de gebouwen vanuit de verte als baken werken.
Ook in het interieur zijn robuuste materialen verwerkt. Natuursteen is op enkele plaatsen in de muren toegepast en de grenen dakconstructie is ook van binnenuit zichtbaar. Aan weerszijden van een onderdoorgang naar de golfbaan zijn de kleedkamers en de golfwinkel gesitueerd. De verdieping erboven biedt onderdak aan het restaurant en de vergaderzalen. Grote panoramische ramen bieden hier een ruime blik op de golfbaan en omlijsten als het ware het landschap. Het zonnige terras grenst aan het hoogtepunt van een middag golfen: de laatste hole.
De Oude Hortus in Utrecht bevindt zich in een binnentuin tussen de Lange Nieuwstraat en de Nieuwegracht. De voormalige botanische tuin van de Universiteit Utrecht is tegenwoordig onderdeel van het Universiteitsmuseum Utrecht. De Universiteit van Utrecht besloot om de in onbruik geraakte oranjerie her te bestemmen voor publieksfuncties.
De oranjerie bestaat uit drie verdiepingen. De begane grond doet dienst als museumcafé, de verdieping als studiezaal en de zolder als expositieruimte.De nieuwe kleinschalige functies en de afmetingen van het bestaande gebouw nodigden uit tot een stevige ruimtelijke ingreep. Een drietal extreem grote, rieten verlichtingsobjecten organiseren de ruimte zoals de oranjebomen dat ooit deden. Door plaatsing in een duidelijke rangorde geven ze de ruimte een sterk eigen karakter.
Terwijl de wegen met files dichtslibben, heeft de gemeente Rotterdam besloten om de Maas met haar zijtakken te benutten voor personenvervoer over water. Het project Waternet omvat een groot aantal haltes voor watertaxi’s, waterbussen en partyschepen. Drost + van Veen architecten ontwierp de 18 pontons voor de partyvaart. Ze zijn te vinden vanaf de kust bij Hoek van Holland tot voorbij Rotterdam op het Brienenoordeiland.
Op de weidse watervlaktes zijn de pontons opvallend kleurrijke verschijningen met een duidelijk herkenbare, eigenzinnige vormentaal. Het programma voor de Waternet-haltes omvat een aanlegplaats voor boten van diverse afmetingen, een halte aanduiding en een informatiebord. Verder is er een plek gecreëerd die beschutting biedt tegen de vaak felle wind met een zitgelegenheid. De grootte van het ponton is afhankelijk van de locatie en de afmetingen van de af te meren boten.
Hoewel de pontons in feite statische objecten zijn, zijn ze uitgevoerd in staal en vormgegeven met een nautisch silhouet dat duidelijk appelleert aan de dynamiek van de scheepvaart. Deze vormtaal en materialisering is karakteristiek voor alle pontons. Hierdoor zijn ze voor de gebruiker duidelijk als halte herkenbaar. Om te kunnen functioneren als bakens, te midden van de bewegingen op land en water, hebben de pontons – overeenkomstig de kleuren van de boten – felle tinten gekregen. Zo is het ponton in de Leuvehaven diepblauw en het ponton bij de Watertorenhaven fel oranje.
Het Rijksmonument Westerkade 19 te Rotterdam dateert uit de negentiende eeuw en ligt in het historische Rotterdamse Scheepvaartkwartier. De luxe uitstraling van het monument komt voort uit een merkwaardig mengsel van stijlen, van Italiaanse motieven uit de elfde en vijftiende eeuw tot een negentiende eeuwse Duitse interpretatie. De gevel wordt gekarakteriseerd door een detaillering met gietijzeren kolommen en een zware kroonlijst.
In opdracht van Stedelijk Wonen Rotterdam heeft Drost + van Veen architecten een ontwerp gemaakt voor de restauratie en verbouwing van het pand tot drie moderne luxe appartementen. Door een reeks eerdere verbouwingen waren delen van het oorspronkelijke interieur verdwenen. Het monumentale trappenhuis met zijn open haard, het glas-in-lood daklicht en de teakhouten deuren waren echter nog in originele staat. In het ontwerp is op de begane grond en op de eerste verdieping een appartement gesitueerd. Het derde appartement is gelegen op de tweede en derde verdieping en heeft een dakterras. Een grote ingreep is de sleutellift die direct in elke woonruimte uitkomt.
De plattegronden hebben een U-vorm die zich om het bestaande trappenhuis vouwt. De grote open ruimten zijn bruikbaar voor diverse woon- en of werkvormen. Functionele ruimten zoals lift, garderobe, keuken, berging, toilet en douche zijn opgenomen in een compacte, plastisch vormgegeven centrale kern. Hierdoor blijft het karakter van de bestaande monumentale ruimte behouden.
Plaswijckpark is een bekend familierecreatiepark temidden van een historisch natuurpark. De publieksattractie ligt aan een groot plassengebied aan de noordrand van Rotterdam. Door de toenemende bezoekersaantallen werd de verkeers- en parkeerdrukte rond de hoofdentree in de wijk te groot. Drost + van Veen architecten werd benaderd om de verplaatsing van de entree naar de ringdijk, een stedelijke hoofdweg, vorm te geven.
De nieuwe entree tot het park omvat een voetgangersbrug en een aantal entreegebouwen. De brug verbindt de parkeervoorzieningen met het entreegebied. in dit gebied bevinden zich de kassa’s, een kantoorgebouw met een souvenirwinkel en een restaurant. Vanaf de hoofdentree loopt een lineaire route het park in. Om deze lijn te versterken heeft het entreegebied een duidelijke staart: de brug, en kop: het restaurant. De brug en de gebouwen behoren door hun vormentaal, materiaalgebruik en constructie tot één ‘beeldfamilie’. De uitgangspunten bij de uitwerking van de gebouwen zijn de identiteit van de omgeving, de belevingswereld van kinderen en de relatie tussen gebouw en natuur. Het concept voor elk van de gebouwen is een rechthoekige glazen doos – voor een maximale relatie tussen binnen en buiten – met een gevouwen bedekking van riet. Deze organische huid beschermt en spiegelt zich aan de omgeving, de luxe villa’s van Hillegersberg met hun rieten kappen.
Plaswijckpark is een bekend familierecreatiepark temidden van een historisch natuurpark. De publieksattractie ligt aan een groot plassengebied aan de noordrand van rotterdam. Door de toenemende bezoekersaantallen werd de verkeers- en parkeerdrukte rond de hoofdentree in de wijk te groot. Drost + van Veen architecten werd benaderd om de verplaatsing van de entree naar de ringdijk, een stedelijke hoofdweg, vorm te geven. De nieuwe entree tot het park omvat een voetgangersbrug en een aantal entreegebouwen. De brug verbindt de parkeervoorzieningen met het entreegebied. in dit gebied bevinden zich de kassa’s, een kantoorgebouw met een souvenirwinkel en een restaurant.
Vanaf de hoofdentree loopt een lineaire route het park in. Om deze lijn te versterken heeft het entreegebied een duidelijke staart: de brug, en kop: het restaurant. De brug en de gebouwen behoren door hun vormentaal, materiaalgebruik en constructie tot één ‘beeldfamilie’.
De uitgangspunten bij de uitwerking van de gebouwen zijn de identiteit van de omgeving, de belevingswereld van kinderen en de relatie tussen gebouw en natuur. Het concept voor elk van de gebouwen is een rechthoekige glazen doos – voor een maximale relatie tussen binnen en buiten – met een gevouwen bedekking van riet. Deze organische huid beschermt en spiegelt zich aan de omgeving, de luxe villa’s van Hillegersberg met hun rieten kappen.
In het centrum van de wijk Bosgeest te Voorschoten ligt het 70 e jaren Woonzorggebouw Foreschate omringd door een zorgvuldig ontworpen groen. Met betrekking tot de nieuwe eisen in de zorg is in samenspraak met de zorgpartij gekozen voor gedeeltelijk sloop/nieuwbouw en renovatie van het huidige complex.
De voormalige locatie van de vleugel waar nu wonen met zware zorg (dementie) is gesitueerd wordt vervangen door nieuwbouw. Op de begane grond komt het wijkcentrum met multifunctionele ruimtes waar o.a. een ontmoetingsruimte, een kapper en fysiotherapie en kantoren voor de zorgorganisatie Topaz worden ondergebracht. Op de verdiepingen bevinden zich de kleinschalig groepswonen, met 2 woonkamers per verdieping en aan weerzijden 8 zorgappartementen per groep voor bewoners met de indicatie zware dementie.
De bestaande vleugel met de zorgvuldige ontworpen gestaffelde zelfstandige woningen (aanleunwoningen) met individueel balkon worden gerenoveerd. De getrapte opbouw van de plattegronden en gevel zorgen voor een passende schaal in de wijk. Gekozen is de beide vleugels stedenbouwkundig als een ensemble te benaderen en eenheid te zoeken in de gevelmaterialisatie. Een lichte uitstraling passend in de wijk. De gevelopbouw is verder opgedeeld in een herkenbare opgetilde plint met grote markante luifel aan de entreezijde als een herkenbaar gebaar naar de wijk en een geleidelijke overgang van het voorterrein naar de centrale hal. De zorgappartementen op de verdiepingen zijn individueel herkenbaar in de gevel en verspringen t.o.v. van elkaar zodat de gevel een vriendelijke uitstraling vertoont. Ter plaatste van de woonkamers aan de binnenhofzijde zijn grote verblijfsbalkons gesitueerd. Verder zijn de plattegronden zo ontworpen dat de individuele zorgappartementen later geschakeld kunnen worden en er 2 kamerwoningen van kunnen worden gemaakt vertoont.
Het Rijnlands Lyceum te Wassenaar is een middelbare school voor havo/vwo, met ook een internationale afdeling. De school is gelegen in een bijzondere groene landgoedomgeving met een rijke geschiedenis en is voor een groot deel gehuisvest in een historisch rijksmonument. Voor de herhuisvesting van de Internationale School werd samen met FAAM architects een nieuwe vleugel ontworpen.
Het rijksmonument is een ontwerp van J. P. Kloos, een treffend voorbeeld van de Nieuwe Zakelijkheid. De A- en B-vleugels dateren respectievelijk uit 1938 en 1952 en werden op maat gemaakt voor het Dalton onderwijs, de grondslag waar de school nog altijd op gestoeld is. De nieuwe vleugel herstelt de balans met het rijksmonument door respectvolle relaties te zoeken in volume, compositie en materialiteit. De nauwkeurige positionering op de plek versterkt de relatie tussen school en landgoed. Ook krijgt de Internationale School op deze manier een eigen plek die enerzijds verweven is met de bestaande school en anderzijds ruimte laat voor de eigen identiteit en die van de leerlingen.
In een zorgvuldige analyse van het rijksmonument en zijn omgeving zijn een aantal kernmerken gevonden die als bruikbare ingrediënten voor de nieuwbouw hebben gediend. Denk aan volumetrische configuraties, verhoudingen in de gevels, architectonische ingrepen en elementen. De nieuwbouw zoekt in materiaal en compositie het verwantschap op met het monument, en maakt gebruik van gelijkaardige elementen zoals de opgetilde dakrand, de royale bandramen en een opgetilde sokkel. De nieuwe vleugel wordt met een klein afzonderlijk volume gekoppeld aan de school: een terugkerend thema in het monument. De positie tegenover de historische A-vleugel brengt beide volumes in evenwicht met elkaar, waardoor de benadering van de hoofdingang in balans is en meer vanzelfsprekend. Op deze wijze voegt de nieuwbouw een nieuwe tijdslaag toe aan de school, een hedendaagse interpretatie van de originele uitgangspunten.
Revitalisatie van het Schipperskwartier tot een woonbuurt met het creëren van een eigentijds en aantrekkelijk woonklimaat door de renovatie van een appartementencomplex. Het project bestaat uit twee afzonderlijke gebouwen, waarbij het gebouw aan de Crauwelengang en het appartementsgebouw aan de Oudemansstraat hun entrees hebben aan de respectievelijke straten waaraan deze gebouwen liggen. Aan de buitenzijde vormt het gebouw een voortzetting van de straatgevel met een robuust grid waarmee de straat als stedelijke ruimte duidelijk wordt gedefinieerd en de kavelstructuur van de historische binnenstad wordt gevolgd. De achterzijde wordt gekenmerkt door een fijne stalen passerelstructuur die als inkompasserel dienst doet voor de bovenliggende appartementen. De gehele binnenruimte (binnentuin met achtergevel) vormt een lichte en groene omgeving midden in de stad. Speciale aandacht is besteed aan de inkomzones van de woningen. Dit is het deel van het gebouw dat de meest directe relatie aangaat met de publieke ruimte. De trap is een transitiezone tussen privé en publiek waar de bewoners in hun eigen plek aan de straat kunnen zitten. Ook de rest van de gevel is met zorg en detail ontworpen zodat deze het straatbeeld verrijkt. Hierin speelt het spel tussen open en gesloten geveldelen en de detaillering een belangrijke rol.
Door compacter te bouwen in een binnengebied net naast het centrale plein van Kuurne, ontstaat er ruimte om een nieuwe publieke ruimte vorm te geven die het netwerk van openbare ruimtes in de dorpskern vervolledigd. De nieuwe Vlastuin wordt een hoogwaardig verblijfsgebied in het hart van Kuurne, een groene tegenhanger van het kerkplein. Er ontstaat een logische, toegankelijke route door het centrum. Een publieke tuin waar iedereen welkom is, waar het prettig wonen en leven is. Een stukje Vlaspark op schaal van het centrum: Welkom in de Vlastuin!
Op vraag van de Gemeente Herenthout om een nieuw gebouw voor de technische dienst en de brandkazerne en rodekruis te realiseren op een oud industrieterrein heeft Woonwerk een voorstel gedaan om, door slim om te gaan met de indeling van het terrein, een klein bedrijventerrein te creëren. Hierbij zijn de gevraagde technische dienst en de brandkazerne aan de achterzijde van het perceel geplaatst zodat aan de voorzijde van het terrein ruimte is voor verschillende door uit te geven bedrijvenpercelen.
De publieke ruimte is ontworpen als een asymmetrisch op het perceel geplaatste weg die uitkomt op een rotonde waarlangs aan één zijde de verschillende bedrijven zich vestigen. De andere zijde wordt begrensd door een groene zoom met hoge bomen die de weg begeleiden. Er wordt voorgeschreven dat de bebouwing op de rooilijn dient te worden gebouwd met de gevel op de rooilijn in lichtbeton, gelijk aan de prefab bestratingsplaten. De private buitenruimten dienen aan de zijkanten en de achterkant te worden opgelost. Hierdoor ontstaat een duidelijke en hoogwaardige publieke ruimte die wordt gedefinieerd door sterke gebouwvolumen.
De technische dienst is volgens de regel gebouwd tot op de rooilijn waar deze is voorzien van een betonnen gevel en erfafscheiding. Het gebouw vormt een L-vormig plan die de private buitenruimte omsluit. Hierdoor zijn alle verschillende functies goed te bereiken vanuit de buitenruimte. De kantoorfuncties bevinden zich aan de straat bij de inkom. De brandkazerne en rodekruis is tegen de technische dienst geplaatst en volgt de regel zodat deze ook op de rooilijn aansluit met een gelijkwaardige betonnen voorgevel. Beide gebouwen vormen tezamen met de publieke ruimte een mooi geheel.
De bestaande woningen in de wijk den Tir voldoen niet meer en zullen plaats maken voor 90 nieuwe sociale huur- en koopwoningen. De bestaande kleine woningen worden vervangen door een hedendaags breed woningaanbod. Er zal in de toekomst ruimte zijn voor jong en oud, voor kleine en grote gezinnen en voor senioren of mensen met een beperking. De huidige en nieuwe bewoners zullen een keuze kunnen maken tussen een woning met een (compacte) tuin en een appartement met uitzicht over het Somergempark. Naast de sloop en nieuwbouw van de woningen wordt ook het openbaar gebied volledig vernieuwd. De nadruk ligt hier op de creatie van nieuwe collectieve ruimte. Straten maken plaats voor een plein en groene ruimte. De link met het naastgelegen park wordt intenser en er wordt ruimte gecreëerd voor voorzieningen op maat van alle bewoners.
Het vernieuwingsplan voor de Pollarewijk gaat naast de creatie van typologische diversiteit ook over de beleving van de buurt, het woonplezier van de bewoners, het realiseren van een sociale mix en het vernieuwen van het openbaar gebied. De sloop van 57 identieke gezinswoningen biedt de kans om binnen de strikte randvoorwaarden 98 nieuwe duurzame BEN-woningen te realiseren in verschillende woningtypes. Naast nieuwe gezinswoningen wordt ook ruimte gemaakt voor aangepaste seniorenwoningen en starterswoningen in verschillende types. De verschillende aspecten van vernieuwing zullen samen resulteren in een hedendaags gemixt woningaanbod, een nieuwe mix van bewoners en kwalitatieve publieke ruimte in de wijk.
Door de woningen compacter te voorzien in het plan onstaat ruimte voor nieuw publiek gebied. In plaats van de in het Masterplan voorgestelde rijwoningen stellen wij voor om de korrel van de Dornik door te zetten in de nieuwe ontwikkeling. Twee-onder-één-kap woningen worden afgewisseld met compacte blokjes van 3 woningen. Aan het park zorgt het appartement voor de omkadering. Binnenin het bouwblok ontstaat ruimte voor een nieuw publiek pleintje dat onderdeel uitmaakt van het informele netwerk doorheen de wijk. Op de rand van de centrale groene ruimte in de wijk staat de parkvilla. Dit transparante gebouw zweeft boven het maaiveld, het groen loopt door het gebouw heen.